53
12 maart 1970
nu bestaande mogelijkheden, n.l. het duinvoettracé of het spoorbaantracé,
voor Heemstede het beste zal zijn. Daarbij moet het niet zö zijn dat de
raad zich neerlegt bij wat verwacht mag worden dat komen gaat. Die
zienswijze zou spreker niet kunnen volgen. Z.i. neemt men een standpunt
in en verdedigt dat, met de kans dat het geen succes oplevert, maar spre-
ker acht het defaitistisch om te zeggen dat niet op een niet-haalbare kaart
moet worden gespeeld. De raad moet het Heemsteedse standpunt over-
brengen naar elders. Spreker is het voikomen eens met de sprekers die
zeggen dat het geen eenzijdig standpunt mag zijn, want Heemstede is niet
alleen in de wereld. Hij is echter van mening dat Heemstede in de eerste
plaats heeft te waken voor haar eigen belangen. Dat zal er echter nooit
toe mogen leiden om bepaalde oplossingen met betrekking tot het verkeer
zonder meer, irreëel als het ware, af te schuiven naar een andere ge-
meente. Spreker dacht dat het college dat ook niet heeft voorgesteld.
Niemand heeft dat ook gezegd; men heeft alleen gewaarschuwd om dit
vooral niet te doen.
Met betrekking tot de noord-zuid-verbinding bestaan in de raad de
meeste verschillen van inzicht. Een groot deel van de raad is het echter
met burgemeester en wethouders eens over de oost-west-verbinding, be-
houdens dan de heer Smit die deze verbinding meer zuidelijk naar de kust
wil, terwijl het standpunt van de heer Bomans dienaangaande spreker niet
duidelijk is geworden.
Het heeft spreker altijd verbaasd dat in Zuid-Holland een duinvoetweg
is aangelegd van Noordwijk tot de provinciegrens, terwijl het rijk nu aan
Zuid-Holland toestemming heeft gegeven om die weg tot ongeveer Den
Haag door te trekken, zodat daar een 50 km lang duinvoettracé komt,
zonder dat iemand daar veel lawaai over maakt, terwijl als het in Noord-
Holiand gaat om de aanleg van een 6 km lang duinvoettracé ineens Leiden
in last is. In Zuid-Holland liggen naast het duinvoettracé de Zilkerweg, de
Herenweg, de weg langs de Ringvaart en daarnaast komen de grote rijks-
wegen, dus 5 wegen naast elkaar, lopende noord-zuid. Dat vindt men daar
heel normaal, terwijl in een veel intenser bewoond gebied, zijnde Zuid-
Kennemerland, er allerlei stemmen opgaan die een noord-zuid-verbinding
niet zo nodig vinden. De Westelijke Randweg, zegt men, is een ongeluk-
kige weg met al die verkeerslichten. Maar die verkeerslichten zijn juist
nodig omdat die weg zo druk is. Men redeneert dat de Westelijke Randweg
bij Haarlem-Hoog moet eindigen, dat de weg in Zuid-Holland bij de pro-
vinciegrens moet eindigen en dat men dan maar aan de oostkant van de
agglomeratie Zuid-Kennemerland langs moet gaan om aansluiting te krij-
gen. Dat is naar sprekers mening geen haalbare kaart.
De raad moet nu een keus maken tussen duinvoet- en spoorwegtracé.
Als men het spoorbaantracé maar niet kiest omdat, zoals de heer Brands-
ma zegt, het toch te verwachten is dat het dit tracé zal worden. Dat zou
irreëel zijn. Men mag in de politiek zö ingesteld zijn dat, als blijkt dat men
het niet kan winnen men met de meerderheid meegaat spreker gelooft
niet dat dit de instelling van de heer Brandsma is maar ten aanzien
van dit wegenplan moet men voor zichzelf uitmaken wat men de meest
juiste oplossing vindt. Heeft men dat eenmaal gedaan dan moet men
daaraan vasthouden en niet tot een andere zienswijze overgaan omdat te
verwachten is dat die uiteindelijk de eindstreep zal halen. Men moet de
zaak dus zuiver stellen.
Gelukkig heeft spreker van alle kanten gehoord, dat de wegen buiten de
bebouwing moeten worden gehouden, klanken die spreker zeer aanspre-
ken. Er is natuur maar er zijn ook mensen, die zo nu en dan naar de
natuur kunnen gaan. Spreker heeft al eens gezegd, dat men in het alge-
meen 330 dagen per jaar een paar gelukkigen minder in een woon-
wijk moet leven en als het kan moet ademen. Het is dan belangrijk dat
daarbuiten de natuur is waar men kan ademen, maar dat kan dan maar
1/12 van een jaar en de andere 11/12 zal men meer of min moeten zien