12 maart 1970 56 de heer Smit daarvoor heeft aang-egeven. Alleen bij de idee van de heer Smit komt die weg nog veel verder te liggen. De heer Smit stelt voor dat 4 km boulevard zullen worden aangelegd. Spreker ziet het niet dat het rijk, provincie of gemeente ter plaatse een boulevard zal aanleggen terwijl in Zuid Kennemerland zo dringend wegen nodig zijn, niet alleen voor recreatief verkeer maar nog meer voor ander verkeer. Wat de heer Smit zich voorstelt is naar sprekers gevoelen een luchtkasteel. De heer van den Briel heeft terecht gewezen op de grote offers die voor het duinvoettracé moeten worden g*ebracht, maar hij is ook ing*eg"aan op het alternatief. Dat vindt spreker op zichzelf juist. Het is geen defaitisme als men zegt; dât is mijn standpunt; mocht het anders komen dan wil ik er °°k direct iets van zeggen. Dat is, zoals men dat in de oorlog zei, zich terugtrekken op vooraf gereed gemaakte stellingen. Dat men een oordeel geeft over het alternatief waarvan men meer of min mag verwachten dat het aanvaard zal worden, vindt spreker juist. Men moet naar sprekers gevoelen eigen wens en voorkeur niet loslaten. Dat men vraagt er op aan te dringen dat zo min mogelijk schade wordt toegebracht is wel goed, maar spreker dacht dat de heer van den Briel een nieuwe staatsrechtelijke situatie invoert als hij meent dat verminde- ring van het woongenot of van uitzicht, aanleiding kan zijn voor het geven van schadevergoeding. Men heeft er al vaker over gedacht en daar heeft men een baatbelasting tegenover gesteld. Men is er nooit aan begonnen. Een eigendom kan door een toeval meer waard worden, maar ook kan een eigendom dicht bij een drukke weg komen te liggen en dan heeft men pech. Het toekennen van sOhadevergoeding voor verminderd woongenot terwijl er geen meter grond wordt onteigend, ziet spreker niet. Dat kan de gemeente met doen, trouwens de provincie ook niet. Het zou van het rijk uit moeten gaan om een vergoeding voor dit soort schade te creëeren. Men zal er toch altijd een baatbelasting bij moeten denken. Dat lijkt spre- ker ook billijk, omdat er ook enorme voordelen zijn genoten uit het feit dat de overheid hier of daar iets ging ondememen. Maar als het gemeen- tebestuur iets kan doen voor degenen die gedupeerd worden, dan zal dat worden gedaan. Gelukkig staat de heer van den Briel ook aohter de weg de Ranitz. Hij heeft daarbij Amsterdam met naam en toenaam genoemd. Amsterdam heeft natuurlijk ook voor eigen belangen te waken maar zal toch ock sterk rekening moeten houden met de belangen van de gemeenten tussen Am- sterdam en de zee. Die gemeenten moeten hun eigen leven kunnen Ieven. Dat îs geen onredelijke eis van die gemeenten en dat zal men ook wel willen inzien. De heer Brandsma is het voor een groot deel eens met de gegeven toe- lichting, maar hij kiest toch het spoorbaantracé. Spreker heeft er al iets van gezegd. Spreker dacht uit een zeker defaitisme, dat hij al heeft af- gekeurd. De heer Brandsma heeft verder opgemerkt, wat ook door anderen is opgemerkt, dat met betrekking tot het Roemer Visscherplein goed moet worden uitgekeken wat daar gaat gebeuren. Verder wijst de heer Brands- ma er op, dat de oost-west-verbinding ten zuiden van het Huis te Manpad zou kunnen komen. Dat lijkt spreker ook wel, hoewel hij niet helemaal de consequenties daarvan kan overzien, vooral voor wat betreft hetgeen er dan bij Leyduin gaat gebeuren. Als om wat kassen te sparen een land- goed moet worden doorsneden, moet dat tegen elkaar worden afgewogen Voor Heemstede zou het in elk geval beter zijn dat de weg door de moes- tum van Huize te Manpad zou komen. De drie mogelijkheden voor een oost-west-verbinding zijn door de heer Brandsma ook onder de loupe genomen. Hij ziet de aanleg van de weg de Ranitz als no. 1, de weg benoorden Aerdenhout als no. 2 en met betrek- king tot een verbeterde Zandvoortselaan adviseert hij daaraan helemaal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 13