VJ 49 12 maart 1970 niet genoemd waarom spreker meent dat hij hier maar stad en paard moet noemen. Amsterdam heeft geen last van de verkeerschaos in deze om- geving welke door veel van haar inwoners wordt veroorzaakt. Bij het op- lossen van de verkeersproblemen in Zuid-Kennemerland moet het belang van de gemeenten overwegen. Nogmaals, natuurbescherming is zeer be- langrijk maar nog belangrijker is dat wij een leefbare gemeente en een leefbaar gewest houden. Voor het gedeelte van de oost-west-verbinding tussen de spoorbaan en Zandvoort worden 3 mogelijkheden in beschouwing genomen. De verbreding van de Zandvoortselaan is voor Heemstede onaanvaard- baar daar deze geen oplossing geeft voor het doorgaande verkeer uit het oosten en het zuiden des lands. Aan een weg ten noorden of ten zuiden van Aerdenhout zitten zeer vele facetten. Sprekers fractie kan daar op het ogenblik moeilijk een scherp oordeel over geven. Deze oplossingen zullen gekoppeld moeten worden aan een verandering van het gehele streekplan in samenwerking met de pro- vincie Zuid-Holland. Een grote weg in de richting van de Langeveldse Slag is misschien beter, maar nogmaals, dat is nog veel te weinig onder- zocht maar moet misschien voor de toekomst niet uitgesloten worden geacht. Terugkomende op de kwestie waarover in de raad al meermalen is ge- sproken, n.l. de sluipweg vanuit Schalkwijk naar de Schouwbroeker- polder, wil sprekers fractie er nogmaals op aandringen dat dit probleem, dat misschien even ernstig kan worden ais de huidige situatie op de Zandvoortselaan, met Haarlem uitgebreid besproken wordt teneinde Heemstede tegen een sluikse aanval van die kant met honderden auto's op zondag en ook op andere dagen, te beschermen. Spreker meent in de krant gelezen te hebben dat over het wegennet in Zuid-Kennemerland in de raad van Haarlem 7 uur gesproken is. Om dit in deze vergadering te voorkomen zal hij hiermede volstaan. De heer Brandsma zegt dat met betrekking tot de noord-zuid-verbinding er thans 2 mogelijkheden in het geding zijn, n.l. het zgn. duinvoettracé en het spoorbaantracé. Spreker wil zich graag aansluiten bij de sprekers die gezegd hebben dat door de belangrijke ommezwaai van de Nederlandse Spoorwegen de zaak eigenlijk weer op losse schroeven is komen te staan en er weer onzekerheden zijn geboren omtrent wat nu uiteindelijk gereali- seerd zal worden. Spreker meent dat de raad desondanks een keuze moet doen tussen de nu bestaande twee mogelijkheden. In het originele ontwerp- rapport heeft spreker gelezen dat het spoorbaantracé destijds is afge- wezen omdat de Nederlandse Spoorwegen daar onoverkomelijke bezwaren tegen had en er overigens ook nog wel enkele praktische bezwaren tegen bestonden. Spreker maakt deze opmerking omdat het voor hem niet duidelijk is of, als de Nederlandse Spoorwegen van meet af aan akkoord was gegaan met het spoorwegtracé, de inmiddels ontstane meningsver- schillen over het duinvoettracé of het spoorwegtracé, dan niet voorkomen zouden zijn. Hoe aanlokkelijk het duinvoettracé ook lijkt, de afweging van de be- langen die enerzijds geschaad en anderzijds gediend worden, doet sprekers fractie de voorkeur geven aan het spoorbaantracé. Natuurlijk zijn ook daar aanmerkingen op te maken. Spreker gelooft niet dat het gehele vraagstuk ook maar één facet heeft waar niets voor en niets tegen te zeggen valt. Maar gezien de gehele ontwikkeling die zich voordoet, en dat is heel nuchter geredeneerd, meent sprekers fractie dat het spoorbaantracé de voorkeur verdient. Bekend is, dat ook de andere Kennemergemeenten tot dit standpunt overhellen. In de politiek geldt de regel geen onhaalbare kaart uit te spelen maar te proberen te bereiken wat mogelijk is. Want hoe langer over deze zaak wordt gedelibereerd hoe langer de zaak in de fase van het plannen maken blijft en een dringend noodzakelijke oplossing

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 6