45 2e afd. 29 april 1970 verantwoorden en ter zake van de wijze van inhouding zijn wensen kenbaar te maken. Hij kan zieh bij deze verantwoording door een raadsman doen bijstaan. Artikel F 14 1. De rekenplichtige ambtenaar wordt van de verplichting tot aanzuive- ring van een tekort geheel of gedeeltelijk ontheven naarmate hij het beheer nauwgezet heeft gevoerd en de nodige voorzorgen heeft ge- nomen voor de bewaring van gelden en geldswaardige papieren. 2. Vloeit de verplichting tot aanzuivering van een tekort voort uit aan- sprakelijkheid voor ondergeschikt personeel dan wordt bovendien in aanmerking genomen in hoeverre hij op de handelingen van dat perso- neel deugdelijk toezicht heeft gehouden. 3. De rekenplichtige ambtenaar is van zijn verantwoordelijkheid ontheven gedurende de tijd dat hij door ziekte of wettige afwezigheid zijn beheer niet persoonlijk heeft gevoerd, indien gedurende die tijd zijn betrekking wordt waargenomen krachtens aanwijzing door of namens burgemees- ter en wethouders. Artikel F 15 1. Indien over een ambtenaar klachten van derden ter kennis komen van burgemeester en wethouders of het hoofd van dienst, wordt tenzij die klachten kennelijk ongegrond of niet van enig belang zijn de inhoud daarvan zo spoedig mogelijk door of namens burgemeester en wethouders aan de ambtenaar medegedeeld. 2. De ambentaar heeft het recht zijn oordeel over de klacht mondeling en schriftelijk te geven. Desgewenst kan hij zich daarbij door een raadsman doen bijstaan. Hij is verplicht op de klacht betrekking heb- dende stukken voor gezien te tekenen. Artikel F 16 1. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat met inachtneming van de door hen te stellen regelen over de ambtenaar periodiek een beoordeling wordt uitgebracht omtrent de wijze waarop hij zijn be- trekking vervult en omtrent zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die betrekking. 2. De ambtenaar wordt omtrent de over hem uitgebrachte beoordeling ingelicht, desverlangd schriftelijk. De ambtenaar is desgevorderd ver- plicht schriftelijk te verklaren, dat hij omtrent de beoordeling is inge- licht en hij is bevoegd zijn bezwaren tegen die beoordeling aan burge- meester en wethouders kenbaar te maken. 3. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden wordt met de ambtenaar zijn gedrag tijdens de uitoefening van zijn betrekking of de wijze waarop hij zijn betrekking vervult besproken, voor zover deze aanleiding geven tot aanmerkingen, waarbij tevens aandacht wordt geschonken aan de wijze waarop het gedrag of de wijze waarop hij zijn betrekking vervult naar het oordeel van burgemeester en wet- houders of van het hoofd van dienst verbeterd kunnen worden. Artikel F 17 1. De ambtenaar is verplicht tijdens de vervulling van zijn betrekking de door burgemeester en wethouders voor die betrekking of voor bepaalde werkzaamheden voorgeschreven kleding of uniform en onderscheddings- tekenen te dragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 31