195 14 augustus 1970
dat deze burgemeester het bestuur van de gemeente gedurende meer
dan twintig jaren heeft geleid;
dat deze leiding werd gekenmerkt door integriteit en oprechtheid, door
grote en bewogen liefde voor de gemeente en door een voortdurende be-
langstelling voor het wel en wee van het gemeentelijk leven in al ziin
facetten;
dat deze burgemeester zich een toegewijd magistraat heeft getoond die
de gemeente naar zijn beste vermogen heeft gediend;
gehoord het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de Verordening betreffende het toekennen van erepenningen
der gemeente Heemstede;
BESLUIT:
mr. Anton Gerrit Aemile ridder van Rappard postuum toe te kennen de
gouden erepenning der gemeente Heemstede uit dank en waardering voor
zijn arbeid ten dienste van de gemeente Heemstede".
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt door de raad stil-
zwijgend aanvaard.
De voorzitter reikt vervolgens de erepenning aan mevrouw Van Rap-
pard uit.
De heer Scheer zegt:
„Mijnheer de Voorzitter,
Na de woorden, door U als waarnemend burgemeester hier in deze
herdenkingsvergadering, deze rouwhijeenkomst, gesproken woorden
waarmede wij als raadsleden volkomen instemmen is het mij als tolk
van de raadsleden een, overigens droeve, behoefte hier een kort meer
persoonlijk woord te spreken bij het overlijden van onze burgemeester
onze voorzitter.
Burgemeester Van Rappard heeft zich in onze raadsvergaderingen doen
kennen als een rechtlijnig mens. Rechtlijnig in zijn opvattingen met be-
trekkmg tot het uitstippelen van de weg van het gemeentelijk beleid en
ook in de uitvoering daarvan. Die rechtlijnigheid dwong respect af, maar
zrj verwekte ook weerstanden.
Veel goede raadsvergaderingen hebben wij ikzelf bijna 18 jaar
onder zijn leiding mogen meemaken. Maar ook moeUijke ogenblikken
ik wees U op de strakke lijn hebben wij, de burgemeester ên de
raadsleden, met elkaar beleefd.
Dit alles is nu voorbij. Maar terugblikkend mogen wij als raadsleden
ook zrj, dre het niet altijd met hem eens waren hier toch bovenal
verklaren, dat een burgemeester en raadsvoorzitter uit ons midden is weg-
genomen, die, naar zijn eerlijke overtuiging het beste met de gemenete
en haar bestuur voor had.
Daarvoor past hier een woord van dank.
Ik zou tekort schieten, wanneer ik niet op deze plaats namens âlle
raadsleden een woord van innige deelneming richtte tot Mevrouw Van
Rappard en haar zoon. Mogen zij de sterkte ontvangen, die zij in deze
dagen zo zeer van node hebben."
De voorzitter verzoekt de aanwezigen op te staan en de burgemeester
enkele ogenblikken in stilte te gedenken.
Hierna sllrft de voorzitter de vergadering.
De secretaris, De voorzittel,