24 september 1970
250
IV. le WIJZIGING BBZOLDIGINGSVERORDENING
AMBTENAREN 1970.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
107. le Wijziging Bezoldigingsverordening Ambtenaren 1970.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
V. VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING
VAN KEURDOON.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
108. Verordening op de heffing en invordering van keurloon.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de financiën zich hier-
mede kan verenigen.
De heer Dörr zegt in de vergadering van de financiële commissie er
op te hebben gewezen, dat, ondanks de tariefsverhoging er nog een tekort
van 137.000,op de begroting van het slachthuis wordt verwacht.
In die vergadering heeft spreker gevraagd of burgemeester en wethou-
ders een nota willen produceren waarin de werkzaamheden, de tarieven
en de financiële uitkomsten van het slachthuis van Haarlem worden be-
zien in relatie tot een of meer andere slachthuizen, waarin de oorzaak
en het al of niet onvermijdelijk karakter van dit tekort zichtbaar wordt
gemaakt. Spreker vraagt of een dergelijke nota tegemoet kan worden
gezien.
Wethouder van Ark antwoordt dat burgemeester en wethouders nog
niet hebben nagedacht over het produceren van een dergelijke nota. Spre-
ker kan wel al enige gegevens verschaffen die door de heer Dörr zijn ge-
vraagd. Het Amsterdamse slachthuis zal in 1970 een tekort hebben van
750.000,Amsterdam stelt aan de raad een tariefsverhoging voor
waardoor het volgend jaar een batig saldo zal ontstaan van 260.000,
Alkmaar heeft voor 1970 een winst geraamd van 25.000,maar men
weet nu al dat deze winst niet kan worden gerealiseerd. Ook in Alkmaar
zal een tariefsverhoging worden voorgesteld. Bij de herziening van de
Haarlemse tarieven is gelet op de in voorbereiding zijnde herziening van
de tarieven in Amsterdam en Alkmaar. Men ligt dus nu op één hoogte
met de tarieven van Amsterdam en Alkmaar nadat zij zijn gewijzigd.
Spreker gelooft dat dit het enig juiste uitgangspunt is, omdat het tekort
op ziohzelf nlet belangrijk is. Het gaat er alleen om of onze tarieven hoger
kunnen worden dan die van Amsterdam en Alkmaar. Spreker gelooft
dat dat een onmogelijkheid is. Het is natuurlijk spijtig dat na verhoging
van de tarieven, in Amsterdam en Alkmaar waarschijnlijk wêl een batig
saldo zal ontstaan en in Haarlem niet, maar dat ligt aan de omvang van
de slachthuizen. Een derde bijkomend punt is, dat in voorbereiding is
één slachthuis te maken voor een groot deel van Noord-Holland en dat het
waarschijnlijk is dat Amsterdam daarin zal worden ondergebracht of
waarsChijnlijk in Amsterdam zal worden ondergebracht; in elk geval zal
het slachthuis van Haarlem dan worden opgeheven.
De heer Dörr vraagt op welke termijn ongeveer de stichting van een
nieuw groot slachthuis is te verwachten.
De voorzitter antwoordt dat over de bouw van een nieuw slachthuis
overleg wordt gepleegd maar spreker kan zelfs bij benadering niet zeggen
wanneer dat zal zijn afgesloten. De gehele ontwikkeling gaat de kant uit
dat nog vele slachthuizen zullen moeten verdwijnen omdat in dit opzicht