251
24 september 1970
concentratie veel gemakkelijker is. De techniek werkt hier ook in mee,
enz.
De heer Dörr zegt dat het exploitatietekort aitijd de neiging heeft aan
te groeien. Dat maakt spreker wei wat ongerust, vooral ais men dat in
relatie ziet met andere slachthuizen zoals Aikmaar en Amsterdam.
De voorzitter meent dat dit verschijnsel de haast zal doen toenemen
om het door concentratie goedkoper te kunnen doen, hoewel dat ook
weer moet worden afgewacht want dat biijkt ook lang niet aitijd op te
gaan. Dat zijn protoiemen die economen en efficiency-mensen zulien moe-
ten oplossen.
Het ontwerp-besiuit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VI. BENOEMING LID EN PLAATSVERVANGEND LID VAN DE
COMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE
VLEESKEURINGSDIENST CA
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder voigno.
109. Benoeming lid en piaatsvervangend lid commissie van advies voor
Vleeskeuringsdienst c.a.
De voorzitter verzoekt de heren van der Huist en Beijen met hem het
bureau van stemopneming te vormen.
Na gehouden stemming wordt het ontwerp-besluit vastgesteld.
VII. BENOEMING LEDEN VAN DE COMMISSIE BEDOELD IN
ARTIKEL 8 VAN DE WOONRUIMTEWET.
De aanbeveling is opgenomen in de gedrukte stukken onder voigno.
110. Benoeming leden vorderingscommissie.
Uit de gehouden stemming biijkt dat uitgebracht zijn op mevrouw G. J.
Jonkheid-Beemster 20 stemmen en op de heren Th. A. G. Bekker, C.
Brandsma, ir. J. Kooijmans en H. D. Vooren 21 stemmen.
De benoeming gaat in op 1 oktober 1970 en geldt voor 1 jaar.
VIII. AFKOOP PACHTRECHTEN GROND IN PLAN
GELEERDENWIJK
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder voigno.
111. Afkoop pachtreohten grond in plan Geleerdenwijk.
De voorzitter deeit mede dat de commissie voor het grondtoedrijf zich
hiermede kan verenigen.
De heer de Ruiter zegt dat de commissie voor het grondbedrijf geen
bezwaar had tegen het voorstei op zich. Wel heeft spreker bezwaren ge-
uit tegen de redactie van punt 2 van het besluit. Bij nader inzien moet
spreker zeggen dat hij dat bezwaar wil handhaven omdat een tegen-
strijdigheid in dit punt ligt besloten. Er staat n.l. ,,de toetaling van de
schadeloossteliing zal plaats hebben binnen een maand nadat gedeputeerde
staten van Noord-Holland daartoe machtiging hebben verieend, doch
uiteriijk op 1 april 1971". Dat is zeer absoiuut gesteid, doch de zin daarop
aansiuitend: ,,Bij betaling na deze datum (iets wat wij helemaal niet mo-
gen doen) zal een rente worden vergoed tegen 7% Spreker stelt