322
17 december 1970
het bestuur en de inwoners van onze gemeente, regelmatig aandacht moet
worden besteed. Een eerste vereiste om dit proces goed te doen verlopen,
is de burger in ruime mate te informeren omtrent de belangrijke zaken en
taken waarvoor het bestuur zich gesteld ziet; zonder zodanige informatie
mag niet op begrip voor het te voeren beleid worden gerekend. Ik meen
te mogen steilen dat de verstrekking van voorlichting aan onze inwoners
voor verbetering vatbaar is. De uitgifte van een eigen gemeenteblad is
hiervoor beslist niet nodig; de in deze gemeente verschijnende weekbla-
den, bieden hiervoor een uitstekende mogelijkheid, mits deze ook metter-
daad wordt gebruikt.
Er kan echter slechts sprake zijn van een goede wisselwerking wanneer
men zich niet slechts beperkt tot het verstrekken van informaties, doch
bovendien hearings houdt. Hieronder versta ik dan de georganiseerde ge-
legenheld voor de bevolking om meningen en gedachten te uiten met een
°Pen mogelijkheid om in discussie te treden met de bestuurders.
Het is duidelijk dat in hearings slechts de meer belangrijke onderwerpen
aan de orde moeten worden gesteld waartoe ik in ieder geval reken, ont-
werp bestemmingsplannen en belangrijke verkeersaangelegenheden. Ik
meen dat het beginsel van openheid en duidelijkheid alsmede van enige
inspraak dat ook mijn fractie wii toepassen beter verwezenlijkt
wordt en ook verre te verkiezen is, in de vorm van een hearing dan door
het houden van algemene openbare spreekuren door het college; de er-
varing leert dat belangrijke onderwerpen alsdan niet- of nauwelijks aan
de orde komen.
Hearings zijn, naar de opvatting van mijn fractie, ook verre te prefe-
reren boven het openbaar doen zijn van commissievergaderingen, omdat de
hierbij aanwezigen niet aan de discussies kunnen deelnemen en dus van
beïnvloeding van de bestuurders geen sprake kan zijn.
Ik moge er bij het college op aandringen deze hearings regelmatig te
organiserenonze nieuwe raadhuis-accommodatie biedt hiertoe ruimtelijk
ongetwijfeld goede perspectieven.
Indien de twee geuite wensen, ruime informatie en regelmatige hearings
vervuld worden, acht ik dit een uitstekende maatregel om de bevolking
op eigentijdse wijze te betrekken bij het gemeentelijk bestuur. Ik heb in dit
geval minder behoefte aan uitbreiding van de commissies met enkele niet-
raadsleden, evenmin aan een vragenuurtje na de raadsvergadering.
Onnodig om na vorenstaande uiteenzetting nog te verklaren, dat op-
lossingen die de bestuurden op de stoelen van de bestuurders doen gaan
zitten (ik denk hierbij met name aan het expiriment hetwelk in een van
de Zaanse gemeenten ten tonele zal worden gevoerd) door mijn fractie, als
zijnde onhandzaam, categorisch van de hand worden gewezen.
Tenslotte wil ik de samenwerking van de gemeentebesturen in Zuid-
Kennemerland bespreken. Ongeveer 6 jaren geleden hebben de colleges
van burgemeester en wethouders van de gemeenten in deze regio een
samenwerkingsregeling vastgesteld op grond van de Wet Gemeenschap-
pelijke Regelingen. Deze vorm van samenwerking heeft ongetwijfeld een
aantal goede resultaten opgeleverd, waarvan ik als voornaamste ervaren
heb, het bepalen van een gemeenschappelijk en eensgezind standpunt over
het Streekplan Zuid-Kennemerland en de bijzonder goede wijze waarop dit
standpunt is voorgedragen, toegelicht en verdedigd. De Staten van deze
provincie hebben ik merkte het reeds eerder op deze eensgezindheid
slecht gehonoreerd, ondanks het feit dat Gedeputeerde Staten de voor-
stellen van de gemeenten onverkort hadden overgenomen. Ook op ander
gebied heeft de samenwerking goede gevolgen gehad, waarbij ik wijs op de
vaststelling van gelijke normen voor de toepassing van de Algemene Bij-
standswet en van de Woonruimtewet. In de genoemde samenwerkings-
regeling staat mede als doelstelling vermeld de voorbereiding van een
