17 december 1970 341
vrijheid om te protesteren, vrijheid om te leven volgensj eigen bewust
aanvaarde normen. Gezag en orde zijn instrumenten om deze vrijheid en
mogelijkheden te garanderen, opdat het klimaat waarin wij ieven mense-
lijker kan worden.
Ik zei zojuist, dat onze maatschappij kennelijk geen wisseiwerking met
toenemende aantallen van zijn jeugd tot stand kan brengen. Dit is een
bedreiging voor de maatschappij, die straks mede door deze jeugd zal
worden gevormd. Maar ook met belangrijke groepen van volwassenen
komt deze wisselwerking onvoldoende tot stand. De maatschappij, onze de-
mocratische maatschappij, wordt in toenemende mate ongeloofwaardig.
De slechte kiezersopkomst bij de beide dit jaar gehouden verkiezingen is
een teken aan de wand.
Wij menen, dat de geloofwaardigheid van onze democratie slechts kan
worden hersteld, wanneer wij kunnen spreken van een open democratie,
wanneer de burgerij die wezenlijk verschilt van de burgerij van enige
decennia geleden wezenlijk betrokken wordt bij het bestuur van zijn
gemeente, zijn provincie, zijn land.
Sinds de invoering van het algemeen kiesrecht komt de kiezer, na zijn
stem uitgebracht te hebben, er nauwelijks meer aan te pas. Eén seconde
per vier jaar beslist de burger werkelijk: als hij een rode stip op het ver-
kiezingsformulier plaatst. En dan nog beslist hij niet over belangrijke
zaken, maar hij kiest iemand, die dat voor hem doet. Permanente inspraak
van de burgerij wordt daarmee niet verwezenlijkt. De kreet: „Openbaar-
heid van het bestuur" is bon ton. Professor Groenman zegt: ,,Het pro-
bleem van de openbaarheid tegenover de beslotenheid heeft alles te maken
met het funktioneren van de democratie". Men klaagt erover dat de
kiezer, de burger, zo slecht geïnformeerd blijkt te zijn over datgene wat
zich in het overheidsapparaat afspeelt; dat hij zo weinig interesse heeft
voor de politiek en voor deelname aan het politieke leven. Maar wat ver-
wacht men eigenlijk, wanneer van het overheidsapparaat hiertoe geen
stimulans uitgaat? De informatie, die de burger krijgt is informatie over
genomen besluiten, geen informatie en samenspraak over te nemen be-
sluiten. Wil de burger zinvol deelnemen aan het gemeentelijk leven, dan
kan dit alleen op een moment, waarop de reaktie van de burger nog ter
zake dienend is en invloed kan worden uitgeoefend op de besluitvorming.
Jonkergauw noemt daarvoor in zijn artikel „Demokratie in de ge-
meente" een aantal voordelen:
1. de interesse van de burger neemt toe
2. betere contrôle van de burger op het bestuur
3. de pers kan zijn voorlichtende taak beter vervullen
4. het vergemakkelijkt de vrije nieuwsgaring
5. gunstige ervaringen in Zweden met dit systeem.
Een nadeel is dat de overheidsadministratie in omvang toeneemt, maar
n.Va'^ kezwaar in het niet bij de democratische voordelen. Verder
stelt men, dat openbaarheid inbreuk kan maken op de privé-sfeer, bij ge-
gevens van persoonlijke aard, of schade kan berokkenen aan belangrijke
gemeentelijke belangen in bepaalde gevallen. Wij zijn er echter van over-
tuigd, dat bij oprechte wil tot democratisering een dynamisch evenwicht
tussen afscherming en inspraak, tussen de beleidsvertrouwelijkheid en
openheid, gevonden kan worden, dat de democratie slechts geloofwaardiger
kan maken. 6
Het is om deze reden dat u onzerzijds een aantal suggesties hebt
ontvangen, die morgen, bij de behandeling van de Memorie van Antwoord
aan de orde zullen komen. Wij kunnen slechts hopen, dat de raad hierin
met ons wil meegaan. Te voorspellen valt de uitslag niet. Wij hebben
echter hoop het afwijzende advies van burgemeester en wethouders ten
sPyt dat de diverse raadsfrakties in concreto zullen realiseren, het-
geen de respectievelijke partijen in de verkiezingsstrijd eveneens als wense-