310
17 december 1970
3. Is voor de vestiging van zulks een industrie de vergunning van het
college vereist en is de aanvraag hiervoor reeds ingediend?
4. Zijn burgemeester en wethouders met ons van mening dat een bedrijt
in de industriële sfeer niet past in deze omgeving en zijn zij op grond
van deze overweging indien zij deze onderschrijven bereid en in
staat de realisatie tegen te houden?
Antwoord van burgemeester en wethouders.
De heer P. A. M. Hoogeveen, te Santpoort, heeft het voormalige Miner-
vatheater onlangs verkocht aan een fabrikant van plasticproducten, die
zijn bedrijf, dat hij nu uitoefent in Haarlem, naar dit gebouw wil over-
plaatsen.
Het betreft hier een bedrijf waarin geen plastic wordt gemaakt, doch
waarin van plastickorrels allerlei produkten worden vervaardigd, in hoofd-
zaak op het gebied van de fotografie; verder worden banden gemaakt
voor bandrecorders. Het bedrijf vervaardigt zelf ook de mallen voor aller-
lei producten.
Voor het in gebruik nemen van het voormalige Minervatheater ten be-
hoeve van bedoeld bedrijf is de medewerking van ons college nodig, name-
lijk ingevolge artikel 352, tweede lid, van de Bouwverordening, waarin ver-
boden is behoudens vrijstelling van ons college een bestaand gebouw te
gebruiken in strijd met de bestemming die het blijkens de constructie of de
inrichting heeft.
In onze vergadering van 11 november j.l. hebben wij besloten de ge-
vraagde vrijstelling niet te verlenen. Een industrieel bedrijf als dat waar-
van hier sprake is, past naar ons oordeel niet in een pand aan de Binnen-
weg; het karakter van winkelstraat dat deze weg heeft zou hierdoor te
zeer worden aangetast.
Wij hebben een en ander aan de koper bericht. Hoewel aanvankelijk
in de voorlopige koopakte was vermeld dat bij het niet vöör 1 december
1970 verlenen van toestemming door het gemeentebestuur de koopover-
eenkomst ontbonden zou worden, heeft de koper er mee ingestemd dat
deze ontbindende voorwaarde werd geschrapt en heeft hij het pand toch
in eigendom overgenomen.
De voorzitter stelt voor deze vragen morgen te behandelen tijdens de
behandeling van het afdelingsverslag of anders op zichzelf.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten.
n. BEHANDELING GEMEENTEBEGROTING EN
BEDRIJFSBEGROTINGEN VOOR HET DIENSTJAAR 1971 MET
BIJBEHORENDE BEGROTINGSWIJZIGINGEN EN
SUBSIDIEV OORSTEL
De aanbiedingsnota is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
153. Begrotingen 1971.
Hierbij behoort het algemeen verslag van het in de afdelingen van de
raad verhandelde met de memorie van antwoord daarop van burgemeester
en wethouders, alsmede de adviezen van de raadscommissiën.
De voorzitter geeft gelegenheid tot het houden van algemene beschou-
wingen.
De heer van den Briel zegt: ,,Mijnheer de voorzitter. Toen verleden jaar
de begrotingsvergadering werd gehouden was al met zekerheid bekend dat
enkele van de toen aanwezige raadsleden niet zouden terugkeren. Dat ech-
ter de toenmalige voorzitter, burgemeester van Rappard de begrotings-
