358
17 december 1970
Inhakende op het gesprokene door wethouder van Ark, vraagt spreker op 1
of hij het goed begrepen heeft dat de wethouder heeft betoogd, dat het fijn
vragen van een geldlening aan de plaatselijke bankinstellingen, vanwege en 1
de richtlijnen van de overheid geen haalbare zaak is. Dat zou spreker wel ket
graag willen weten. Dat het eventueel voor die bankinstellingen geen super Cen
commerciële en interessante zaken zijn, is vers 2, maar dat is nu juist de v°°
solidariteit die spreker van deze bankinstellingen verwacht. fies
Spreker heeft met veel genoegen van de voorzitter vernomen dat de moi
ontwikkeling in I.S.K.-verband thans zodanig is dat intussen de gedachte doe'
van een samenvoeging van de betrokken gemeenten ook in Haarlem is m01
weggeëbt. Spreker zal dit dan ook maar beschouwen als een faut pas rici:
van de Haarlemse burgemeester toen hij zijn eerste Nieuwjaarsrede hield. Pra
Als het er inderdaad op neer komt dat men zoekt naar een strikt interge- E
meentelijke samenwerking met volledig behoud van de eigen zelfstandig- Se(i
heid, dan is dit een gedachte waaraan sprekers fractie volgaarne in po- de
sitieve zin zal meewerken. ie(it
Van wethouder Verkouw heeft spreker goede positieve berichten over de nm!
resultaten in I.S.K.-verband vemomen. den
Spreker neemt nota van de mededeling van wethouder Verkouw dat &ro
aan de gedachte van een integrale vergoeding van de bijstandsuitkeringen, ttet
bepaalde negatieve consequenties verbonden zijn vanwege het risico dat de mai
rijksoverheid zich met de directe zaken gaat bemoeien en dat is natuurlijk mef
iets wat sprekers fractie zeker niet zou willen bevorderen. Ujk1
Wethouder Willemse en spreker hebben het elkaar vanavond niet moei- bie(
lijk gemaakt, hetgeen ook afgesproken was. Spreker heeft zijn gedachten s
over de passieve recreatie reeds uiteengezet, een en ander in antwoord op ais
hetgeen de heer van den Briel heeft gezegd. Wellicht biedt de a.s. behan- zon
deling van de sportnota meer mogelijkheid tot discussie. inS
hee
De voorzitter vraagt de nog komende sprekers zich in hun spreektijd te ^et
beperken omdat hij voornemens is de vergadering uiterlijk om half één een
te sluiten. keu
De heer de Bulter zegt dat, als de voorzitter toestaat dat zijn fractie eve
zo nodig morgen uitgebreid terugkomt op een groot aantal punten dat ie 1
vanavond ter sprake is gebracht, waarvan hij in willekeurige volgorde hisl
noemt de schooladviesdienst in Haarlem en de opstelling van het bijzonder mel
onderwijs daartegenover, de vraag in hoeverre de ministeriële circulaires Par
financieel voordeel of nadeel betekenen, de totstandkoming van een woning- ai)s
kartotheek, hij akkoord gaat met diens verzoek de tweede ronde zo kort een
mogelijk te houden. wai
wa<
De voorzitter: „Het woordje ,,uitgebreid" mag ik misschien wel tussen een
aanhalingstekens zetten." gaa
De heer de Ruiter: „Ik zei zo nodig uitgebreid en zo nodig zullen wij fisc
daar gebruik van maken." Pri!
Van alles wat spreker vanavond van andere sprekers heeft gehoord, is Sev
de verleiding voor hem toch het grootst om, zij het kort, in te gaan op noc
de woorden van de heer Dörr. Spreker herinnert zich dat, nu precies Sei'
4 jaar geleden, op de plaats van zijn fractiegenote een fractievoorzitter me:
zat, die, toen hij het woord kreeg, de historische woorden sprak: „ik houd ooii
mijn kruit droog". Hij heeft dat 4 jaar volgehouden. Spreker dacht dat de V0L
heer Dörr in tegengestelde volgorde werkt en vanavond in ieder geval een ver
hoop kruit geschoten spreker hoopt niet verschoten heeft. Spreker nee
heeft wel waardering voor het betoog van de heer Dörr, zij het dan dat hij Ser
het er in bijzonder veel opzichten niet mee eens is. Spreker gelooft echter me:
niet, dat wie dan ook, de heer Dörr er een verwijt van kan maken dat hij dat
met een bepaalde visie komt. Uiteindelijk heeft iedere fractie dat vanavond een
gedaan. De algemene beschouwingen vormen de aangewezen gelegenheid g'er