362
17 december 1970
wiüen hetbLpn raCUe UefSt met alle Semeentenaren tezamen zou
meniL zon hehh ^Z1J 6r Van uit^aan dat sprekers fractie geen eigen
ren if riTt vP h! i 6n daarom die van de gemeentenaren zou moeten ho-
rt?p'oo h verband is de verondersteliing van de heer van den Briel dat
°Penheid- en mspraakoproep van 2e handspolitici komt die geen eigen
mening zouden hebben. een voortijdige en spreker moet zeggen bijna een
t beschamende uitspraak, maar dan niet voor sprekers partij. De heer de
nnp f T1' W sPreker van harte kan onderschrijven, dat inspraak en
befeid rt d0eleinden °P 2ich ziJm maar dat die moeten dienen omhet
beleid als zodanig op een zo goed mogelijke wijze over het voetlicht te
sUs.gngen daT S?,reker ^ich volledig bij kunnen aansluiten. Beleidsbe-
slissmgen dat wil spreker hier nadrukkelijk stellen moeten altiid
door de raad worden genomen omdat alleen de raad in staat is alle
facetten van de te behandelen zaken te kunnen overzien en te kunnen
combmeren. Alleen voegt zijn partij daaraan toe dat dit moet zijn, ge-
hoord een zo groot mogelijk aantal van de burgers dat met dit beleid wordt
heer ^Rücker "is opïeïcht!1 6611 "Pje Van de sluier voor de
staStenhPPft0rtperhpde Y,erkiezingen voor de gemeenteraad en de provinciale
staten heeft de heer Rucker gezegd dat hij een duidelijk D'66 programma
begren!nmheeft mo °f hij hem heiemaai S"oed versfaan en
egrepen heeft, maar zover spreker bekend, is zijn partij de enige in Ken-
nemerland die oök met een regionaal programma is uitgekomen Deze
programma s zijn aan de K.V.P. toegezonden, waarbij is gevraagd haar
*a te mo£en onlvangen, maar tot nu toe is daar geen gevoîg
ven, waaruit spreker meent te kunnen concluderen dat de K.V.P.
er geen heeft, maar daarin kan spreker zich vergissen.
De heer Bücker: „Ik zal er voor zorgen dat u er een krijgt."
De heer Dörr vervolgt dat de voorzitter heeft gezegd dat hij wel gerust
îs op de mening van Haarlem ten aanzien van de samenwerking in I.S.K.-
verband. Als in de aanbiedingsnota der begroting van Haarlem staat dat
o?m=lkmf- °P Jnjblijvende basis tussen zelfstandige bestuurseenheden
leidt ^an mppkfrt ?r &emeenschaPPehihe regelingen niet tot oplossingen
eidt, dan maakt dat spreker vooralsnog wel wat ongerust.
kp?Pmprlgeen drt voorzitter heeft Sezegd over de openbaarheid, zal spre-
narti7n^ft hVer r6rr lngaan' Hlj W1' hier Wel met nadruk stellen, dat zijn
hul J k'SLte Zeggen dat de beslotenheid, zoals die op het ogen-
bhk wordt betracht, ten doel zou hebben zoveel mogelijk dingen verborgen
te houden. Deze kwade gedachte is verre van haar. Dat zijn fractie het
hHrt p6nS 1S ?m,de ,Stelling van de voorzltter, die politieke onverschillig-
heid en geestelijke luiheid bij de jongeren veronderstelt en zegt dat de
burgers zelf geen interesse tonen in de publieke zaak, zal de voorzitter
spreker wel met kwalijk nemen.
Inzake de integrale planning antwoordt de voorzitter, „dat de raad in de
eerste plaats te maken heeft met de directe nood die in de gemeente
heerst, met de tijdehjkheid van al deze zaken en dat D'66 in de samen-
Wërkmg met andere partijen de nodige nuchterheid moet opbrengen. Dat
er a j spannm& zal zlJn tussen de zijnde, de gaande en de komende
generatie en^ dat een directe praktische politiek voor de gemeenteraad
ho°fdfaak 18 Dat onderschrijft sprekers fractie. Alleen gelooft zij dat die
praktische pohtiek zal moeten zijn afgewogen en afgestemd op en zijn
basis moet vinden m een integrale planning.
Dat flexibiliteit zou betekenen, zoals de voorzitter zegt, dat alles betrek-
kelijk îs en dat wij alles betrekkelijk zouden moeten maken, dat wat wij
vandaag zeggen morgen weer anders kan zijn en dat wij daarmee de poten
onder onze eigen stoel wegzagen, acht spreker wel wat al te simpel ge-