M m iTr j - - 18 december 1970 410 n moet worden bijgebracht wat een moeite het kost om iets tot stand te brengen of iets wat verpest is weer goed te maken. Dat is een zaak waar hard aan gewerkt moet worden. Dit zullen de ouders moeten doen maar n dat moet ook gebeuren via de scholen en via het gemeentebestuur. n De voorzitter wil nog aan het door hem gesprokene toevoegen dat hij 5 best aan de heer Walet wil vragen of hij bereid is in een of andere aula of îokaliteit of op school, schoolkinderen op dit gebied voor te lichten. Mis- schien gaat er iets goeds van uit. Spreker dacht dat de heer Walet daar 6 wel een geschikte figuur voor was. a Mevr. Gaasterland merkt op dat de voorzitter heeft gezegd dat men a contact met de buren moet opnemen als die hun plicht verzaken. In het e geval waarop spreekster doelde is dat gedaan en zelfs meerdere malen, e maar natuurlijk zonder enig resultaat. Spreekster weet heel goed dat men 3 bij Openbare Werken rattenblokjes kan krijgen. Spreekster heeft ten be- r „1 hoeve van haar huis aan de Joh. Verhulstlaan enige malen rattenblokjes r I 11 gehad, maar daama kreeg zij het advies de schoeiing van de vaart m orde te laten maken, hetgeen zij natuurlijk heeft gedaan. Maar er zijn mensen t die zo'n advies niet opvolgen. Door contact met de buren wordt de door haar bedoelde zaak niet opgelost. Het gemeentebestuur zal er wel dege- lijk bovenop moeten zitten. Spreekster doet haar gedane uitnodiging jje- stand. Zij is er van overtuigd dat burgemeester en wethouders na bezich- l tiging van de situatie, fervente voorstanders zullen worden om hieraan te doen wat mogelijk is. De voorzitter: „In het door u bedoelde geval zullen burgemeester en wethouders zeker nog weer met het schoolbestuur spreken, want dat is ongeveer de buurman." Mevr. Gaasterland zegt dat de bewoners van de A. Thijmlaan, aan de kant waar enige raadsleden wonen, hierbij ook betrokken zijn. Enkele van die bewoners hebben zich bereid verklaard om voor gemeenschappelijke rekening deze sloot, waarvan de bodem haast zichtbaar is - het is een norm van Rijnland dat als de bodem van een sloot zichtbaar is, er wat aan gedaan moet worden schoon te maken, maar anderen waren hiertoe niet bereid. Natuurlijk doen de eersten dan ook niets. Voilâ. De voorzitter weet dat deze sloot het eigendom is van de eigenaren van de aangrenzende huizen, zodat deze hun eigen terrein laten vervuilen. Rijnland schouwt niet alle sloten maar alleen die sloten die met afwate- ring te maken hebben. Als men zijn achtertuin laat vervuilen kan het gemeentebestuur dat slechts betreuren. Als het erg wordt kan de gemeen- te de eigenaren verplichten de tuinen schoon te maken. De heer Beijen zegt dat de bedoelde sloot ook achter zijn huis ligt. Eén van de oorzaken der vervuiling is, dat het vuil van de Leidsevaart naar binnen drijft. Het is dus niet zo dat de aanwonenden hun matrassen in die sloot gooien. Het vuil komt ook van buitenaf. Het is niet waar dat een poging is gedaan, althans niet in de laatste 10 jaar, om gezamenlijk die sloot schoon te maken. Spreker weet zeker dat, als dat gevraagd was spreker zegt dat alleen maar ter verdediging van zijn buurtgenoten daaraan door de aanwonenden in grote meerderheid zou zijn meegewerkt. Mevr. Gaasterland geeft toe dat meerdere aanwonenden zich bereid hebben verklaard mee te werken. Spreekster wijst er op, dat, wanneer vanuit de Leidsevaart vuil in de sloot drijft, deze sloot met een balk kan worden afgesloten. Dat is in het landgoed ook gedaan. De voorzitter zegt dat overwogen kan worden om een gaasafschei- ding te maken bij de ingang van de sloot bij de Leidsevaart, waardoor indrijven van vuil wordt voorkomen. Burgemeester en wethouders zullen dat onderzoeken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1970 | | pagina 47