t(»
O
419
18 december 1970
Dat,Ciifer schommelt tussen de 500 en 600. Hoeveel wonintren en
sori erfZn f S er °°k Worden Sebouwd, altijd blijft dat cijfer tussen de
500 en 600 zweven, soms rets er boven soms iets er onder. Men kan zich
afvragen hoe dat mogelijk is. Spreker meent dat wel zeker is dat er geen
doorstrommg m de wonmgen is maar wel in de wachtlijst. Spreker zou het
een bqzonder interessant gegeven vinden om te weten hoeiang de gemid-
delde wachtperiode per mgeschrevene is. Spreker vraagt of daar gegevens
over bekend zijn en zo neen of is na te speuren wat in werkehikheM de
gennddelde wachtperiode is van iemand die op de wachtliist staat want
met het aantal woningzoekenden geeft uitdmkking aan de werkeS
""f".00 mafr het aantal woningzoekenden vermenigvuldigd met de
achttijd îs de factor die bepaalt hoe groot de woningnood in een bepaal-
de streek îs. Spreker kan zich voorstellen dat burgemeester en wethouders
welMgeuen me bb de hand hebben maar hij meent dat dit gegeven
wel te krijgen is, waama men zich verder kan beraden op de feiteliike
omvang van de woning*nood in deze gemeente.
De heer Brandsma heeft gisteren terecht gezegd dat het gehele wo-
nmgvraagstuk een aanklacht is tegen onze samenleving. Spreker gelooft
dat men dat zo kan stellen, want het woningvraagstuk is geen na-oorlogs
probleem, het is duidelijk een structureel probllem geworden en Ônle
samenlevmg blijkt nlet in staat te zijn dit woningvraaistuk op efficiëntÔ
Z7 nTetteiô°deen- 18 m^SCklen een onvoldoende aantal wontogen maÔr
ang met m de omvang die door de gezamenlijke woningliisten van de
gemeenten zou worden aangegeven. Spreker schat dat men tot het tiem
den hif m VM hCt rrkClijkG woninfftehort als men alle woningzoekÔm
b J elkaar zou tellen. Het is dus duidelijk dat hier structurele Droble
kf heefrr^ -T die °,"Ze samenlevin& kennelijk niet kan oplossen. Spre-
bee er &isteren al geen twijfel over laten bestaan dat dit probleem
n hoofdzaak wordt veroorzaakt door een verkeerde verdeling van het wo-
nmgbezit. Daarom gelooft spreker dat het oude woningbezit op den duur
bij diegenen terecht zal moeten komen die alleen dat gedeelte van het
*at kunnen betalen- Op het ogenblik is het oude goedkope fÔ
ng^bezit veelal gelegen in wijken die onplezierig aandoen Het zal dan
wl m deak0mendC periode dat de semeente n°g met nieuwbolw vln
f!ngen bezi£ 1S' noodzakelijk zijn de verbetering van oude woonwijken
n de verbetering van het oude woningbezit voor te bereiden Men kan
dlt r|hnr fr8aecti?edfeht8n ontwikhelen- Spreker kan op voorhand vertellen
d t f Jnra?tie feen voorstandster is van het bulldozer-principe van
maak zo n wijk vlak en zet er meuwe woningen, vaak flatgebouwen neer
Zijn fractie gelooft. dat het gebruiken van wat men heeft van onschatbare
waarde kan blijken voor het volkshuisvestingsbeleid in de toekomst
Om een dergelijk beleid met kracht ter hand te kunnen nemen moet
men over voldoende gegevens kunnen beschikken. Het is naar de mening
worrtffers f C absoluut noodzakelijk dat de woningvoorraad goed
het svftemVa8HÔrh1Seer Tf m8n °VCr alle nodi&e gegevens beschikt voor
I tematisch aanpakken van wijk- en woningverbetering. Spreker
vraagt daarom met klem om die ene ambtenaar die burgemeester en
f hehhf Sh wlff V°°/ hBt aanleggen van een woningkartotheek nodig
te hebben beschikbaar te stellen. Uiteindelijk is het offer van het salaris
dlt Ôef1ndewOTdtZOdTê:ellf0flljlt kl6in m verSellJkin& met het doeleinde
gediend wordt, dat zelfs, al zou het rendement er niet volledig uit-
komen, al zou het de schijn hebben dat er wel eens wat meer tiid aan
blHft TTp611 besteed dan oorspronkelijk gedacht, spreker toch van mening
!ft at n wonmgkartotheek van zö'n fundamenteel belang is voor het
huisvestmgsbeleid op langere termijn, dat zijn fractie in tweede romîe
een voorstel zal doen tot het aanleggen van een woningkartotheek indien
nomen"0 6r 611 wethouders deze Sedachte inmiddels niet hebben overge-