5 4e afd. 28 januari 1971 COMMISSIE VOOK OE MIDDENSTANDSZAKEN Heemstede, 6 januari 1971. Aan de Raad, Overeenkomstig het verzoek, gedaan in uw vergadering van 29 oktober j.l, bij de behandeling van ons antwoord op de door dr. J. K. van den Briel gestelde vragen, hebben wij de besturen van de winkeliersvereni- gingen e.d. gevraagd ons hun mening kenbaar te maken over het in- stellen van een commissie voor de middenstandszaken. Wij hebben daarbij de aandacht gevestigd op het volgende. Tot nu toe werd steeds incidenteel overleg gepleegd wanneer daaraan bij de middenstand of bij ons college behoefte bestond; aan dit overleg werd van de zijde van de middenstand gewoonlijk door enkele personen deelgenomen; bij verschillende besprekingen waren dit veelal niet dezelf- den. Wij zijn bereid hieraan ook in de toekomst mee te werken, desge- wenst op ruimere schaal dan voorheen. Mocht evenwel een commissïe worden ingesteld, dan zal het overleg uiteraard via deze commissie plaats vinden en dus, wat de middenstand betreft, via de vaste vertegenwoor- digers in deze commissie. Wij hebben ons afgevraagd of dit wel in het belang is van de meerderheid van de winkeliers. De besturen van de winkeliersverenigingen ,,'t Heem", „Winkelcentrum Jan van Goyenstraat" en ,,Heemstede-zuid" en de vertrouwensmannen van de winkeliers in De Glip en aan de Zandvoortselaan hebben ons in een gezamenlijke brief van 17 november 1970 geantwoord dat de midden- stand behoefte voelt aan een commissie. Zij merkten hierbij op dat bij de besprekingen in het verleden meestal maar één onderwerp aan de orde kwam, terwijl veel andere punten onbesproken bleven. Naar aanleiding van dit antwoord hebben wij besioten u voor te stellen een commissie voor de middenstand in het leven te roepen. De taak van deze commissie zou o.i. omschreven kunnen worden als: het gemeentebestuur van advies te dienen omtrent alles wat de midden- stand in het bijzonder aangaat. Deze algemene omschrijving verdient naar ons oordeel de voorkeur boven een limitatieve opsomming van de onderwerpen waarover de oommissie moet of kan adviseren; een derge- lijke opsomming zal na verloop van tijd vrijwel zeker onvolledig bliiken te zijn. Wij geven u in overweging de commissie te doen bestaan uit: één iid van ons coilege (voorzitter), vijf leden van uw Raad, geen wethouder zijnde, twee vertegenwoordigers van ,,'t Heem" (verreweg de grootste winkeliersvereniging) en één vertegenwoordiger van elk der vier andere winkeliersverenigingen en -groeperingen, alsmede twee in Heemstede wonende leden van de afdeling Haariem e.o. van de Nederlandse Vereni- ging van Huisvrouwen als vertegenwoordigers van de consumenten. Het îs naar onze mening niet gewenst in de commissie ook een vertegenwoor- "iging van de ,,lichte industrie" op te nemen, zoals in uw vergadering van 29 oktober j.l. werd gesuggereerd; de belangen van de industrie zijn grotendeels andere dan die van de middenstand. Voor elk van de vertegenwoordigers van de middenstand en van de consumenten ware een plaatsvervangend lid van de commissie te be- noemen. De vijf bovenbedoelde raadsleden dienen o.i. door uw Raad te worden benoemd; de overige leden van de commissie kunnen door ons college worden benoemd, voor zoveel de vertegenwoordigers van de middenstand en de consumenten betreft na aanbeveling van het betrokken bestuur, c.q. de meerderheid van de betrokken winkeliers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 17