7
4e afd.
28 januari 1971
Bij het verzoekschrift dienen in ieder geval te worden gevoegd:
a. een nauwkeurige omschrijving van de in bouwexploitatie te bren-
gen grond;
b. gegevens, waaruit blijkt dat de expioitant de eigendom van de in
exploitatie te brengen grond heeft verkregen of kan verkrijgen;
c. gegevens omtrent de te bouwen opstallen.
2. De exploitant wordt door burgemeester en wethouders eenmaal in de
gelegenheid gesteld de in het vorige lid bedoelde gegevens alsnog te
verstrekken of aan te vullen, zulks onverminderd de bevoegdheid van
burgemeester en wethouders te allen tijde terzake dienende gegevens
en bescheiden op te vragen.
3. De gemeenteraad beslist omtrent het verzoekschrift binnen zes maan-
den na de dag waarop het verzoekschrift is ontvangen. De gemeente-
raad kan zijn beslissing eenmaal met ten hoogste zes maanden ver-
dagen.
Artikel 4.
1. De gemeente verleent slechts medewerking aan het in bouwexploitatie
brengen van grond krachtens een overeenkomst, waarvan een akte
wordt opgemaakt.
2. De medewerking behoeft niet te worden verleend, indien:
a. de in bouwexploitatie te brengen grond niet is gelegen in een ge-
bied waarvoor een bestemmingsplan geldt;
b. het in bouwexploitatie brengen van grond zou leiden tot strijd met
de door artikel 48 en 50 van de Woningwet beschermde belangen;
c. het in bouwexploitatie brengen van grond ten gevolge zou hebben,
dat ten laste van de gemeente kosten zouden komen als bedoeld
in artikel 9, welke, verminderd met de eventueel door anderen als
bijdrage in deze kosten in de gemeentekas gestorte of nog te storten
gelden, hoger zijn dan de bijdrage die de exploitant ingevolge deze
verordening aan de gemeente verschuldigd is;
d. het in bouwexploitatie brengen van grond anderszins te grote kosten
of bezwaren met zich zou brengen, met name ten aanzien van het
doeltreffend voorzien in riolering, watervoorziening, openbare ver-
lichting, toezicht en openbare diensten;
e. het in bouwexploitatie brengen van grond, hoewel overeenkomstig
een bestemmingsplan, anderszins zou leiden tot strijd met de belan-
gen van een stelselmatige, doeltreffende uitbreiding van de be-
bouwing.
3. De beslissing op een verzoek om medewerking kan worden aangehou-
den indien de exploitatie-opzet, die ten grondslag ligt aan de bere-
kening van het ten laste van de exploitant vallende aandeel in de
kosten van voorzieningen van openbaar nut, nog niet is vastgesteld
dan wel moet worden herzien. In dat geval stelt de gemeenteraad,
indien geen weigeringsgrond als in lid 2 vermeld van toepassing is,
een termijn vast waarbinnen in de vaststelling of de herziening van
de exploitatie-opzet moet zijn voorzien. Burgemeester en wethouders
zenden een afschrift van het besluit tot aanhouding met vermelding
van de in de vorige zin bedoelde termijn aan de exploitant.
Artikel 5.
De overeenkomst, bedoeld in artikel 4, houdt bepalingen in omtrent:
a. de aard en de omvang van de werken welke de gemeente in verband
met de in de overeenkomst bedoelde exploitatie zal uitvoeren;