4
28 januari 1971
d. het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van
gemeente-eigendommen (raadsbesluit 27 april 1939, no. 52),
p. besluit van burgemeester en wethouders dd. 13 januari 1971 nr. 17
tot verkoop van grond in plan Van Merlenlaan-Kerklaan, aan mevrouw
B. K. Hendriks-Reens (raadsbesluit 28 augustus 1969 no. 87),
q. schrijven van de heer M. Dörr, dd. 7 januari 1971, houdende medede-
ling dat hij ontslag neemt als lid van de raad.
De heer Van den Briel zegt dat hij en de heer Dörr gedurende de korte
tijd dat deze in de raad geweest is, enkele malen van mening hebben ver-
schild en dat ook duidelijk tegen elkaar hebben uitgesproken. Zou hij
langer in de raad zijn gebleven, dan zou dat nog wel eens gebeuren.
De leden van de raad hebben de heer Dörr leren kennen als iemand met
veel belangstelling voor de democratische instellingen van Heemstede, die
°°k daadwerkelijk heeft meegeholpen deze zo goed mogelijk te laten
functioneren. Omdat er zo'n dringende behoefte is aan mensen uit de
burgerij die willen meedenken over de talloze problemen die zich aan ons
voordoen en dan er nog veel werk voor willen verzetten ook en omdat
de heer Dörr zich zo ten volle aan zijn taak als raadslid heeft gewijd,
vinden de leden van de raad het jammer dat hij uit hun midden vertrekt.
De voorzitter sluit zich hierbij namens het college van burgemeester
en wethouders gaarne aan. De raad verliest in de heer Dörr een! goed
lid. Hopelijk zal zijn opvolger in zijn schreden verder gaan. Men kan ver-
schillen van mening, maar het gaat toch in de eerste plaats om het
ijveren voor de goede gang van zaken; de heer Dörr heeft daar het zijne
aan gedaan.
De heer Dörr zegt dank voor de goede woorden die tot hem zijn ge-
richt. Hij wil slechts herhalen wat hij in zijn brief heeft geschreven,
namelijk dat het hem bijzonder spijt dat hij maar zo korte tijd lid van de
raad is geweest. Hij heeft een keuze moeten maken tussen het vele werk
dat de raad vraagt en het vele werk dat zijn eigenlijke baan vraagt.
Spreker dankt voor de plezierige samenwerking met de raadsleden en kan
bevestigen wat vöör de installatie van de nieuwe raad al eens is gezegd,
namelijk dat de sfeer in de raad goed is. Dat is voor een juist functio-
neren van een bestuursorgaan ook een eerste vereiste. Dat neemt niet
weg dat er zakelijke verschillen van inzicht kunnen zijn, waardoor wel
eens botsingen voorkomen. Dat heeft men ook in deze paar maanden
kunnen constateren. A1 leek het er een enkele maal op dat te scherpe
reacties volgden op overigens zakelijk verschil van mening, spreker wil
het er graag op houden dat dit enerzijds voortkwam uit onbekendheid
met elkaars inzichten en bedoelingen en anderzijds uit onvoldoende be-
kendheid met elkaars persoonlijkheid. Hij hoopt evenwel dat dergelijke
botsingen blijven voorkomen; het zou schadelijk zijn als tegengestelde
inzichten niet voldoende naar voren komen en voor de burgerij verhuld
blijven.
Spreker heeft in deze korte tijd geleerd hoe noodzakelijk het is bij het
vele, tijdrovende werk van het gemeentebestuur een optimaal gebruik te
maken van de alom aanwezige deskundigheid en interesse, ook buiten de
kring van de raad. Hij zal dan ook met veel belangstelling het werk
volgen van de commissie „democratisering".
Naar aanleiding van een vraag van de heer Van der Hulst zegt de
voorzitter dat de qualificatie „onvoldoende gedocumenteerd" aan het slot
van punt m van de ingekomen stukken niet van burgemeester en wet-
houders afkomstig is, maar van het Nederlands Instituut van Psycho-
logen.