25 februari 1971 46 krijgert van een goedkope offerte doet niets af aan de royaliteit van het gebaar. De opmerking van de heer Van den Briel over de inspraak van de auteur, met betrekking fcot de keuze van de drukker, kan spreker onder- schrijven. Spreker meent dat de gemeente wel enige zeggenschap mag hebben over de vraag waar zij het geld zal neerleggen en in het bijzonder hoeveel geld er moet worden neergelegd. Samenvattend wil spreker er met klem op aandringen, dat de eventuele fout in de communicatie met Kruse- man N.V. zo mogelijk wordt hersteld. De voorzitter zegt dat als er sprake moet zijn van het herstellen van een fout, hij sterk de indruk heeft dat die fout naar het oordeel van Kruseman N.V. maar op één manier kan worden hersteld. Spreker neemt aan dat de heer de Ruiter met zijn betoog bedoelt te vragen of het wel stijlvol is geweest dat het contact met Kruseman N.V. niet is voortgezet en zo niet of het dan niet hersteld moet worden. De heer De Kuiter vraagt of Kruseman N.V. is toegezegd of dat mondeling of schriftelijk is gebeurd doet niet ter zake dat zij moge- lijkerwijs in aanmerking zou komen voor het maken van een offerte. Dat is een concreet punt. Zo ja, dan moet Kruseman N.V. alsnog in de ge- legenheid worden gesteld prijsopgave te doen. Wethouder Verkouw antwoordt dat er weer een aantal vragen is ge- steld waar spreker moeilijk op kan antwoorden. Spreker wil nogmaals zeggen dat hij bij deze zaak niet betrokken is geweest. Na wat hij er van gehoord heeft en na wat de secretaris hem heeft ingefluisterd, con- cludeert spreker, dat er ten opzichte van Kruseman N.V. geen fout is gemaakt. Er is met deze N.V. wel gesproken, maar er is noodt enige toe- zegging gedaan. Er liggen ook nog brieven van andere uitgevers in de map. De heer Brandsma: „Is er op die brieven gereageerd?" Wethouder Verkouw: ,,Nee." De heer Brandsma: „Maar zij zijn er wel." De voorzitter: „Tk denk dat de heer Brandsma doelt op de brief van 1967." Wethouder Verkouw: „Dat is een brief die geschreven is aan de toen- malige burgemeester." De heer Brandsma zegt dat daar zeer positief op is gereageerd. Dat wekt toch verwachtingen bij zo'n uitgever. Dat houdt in die kringen in, dat als het ware is gezegd: „als het zover is krijgt u zeker gelegenheid om offerte te maken". Wethouder Verkouw zegt dat het mogelijk is dat Kruseman N.V. nadien op het spreekuur van burgemeester van Rappard is geweest of dat de burgemeester Kruseman N.V., of een vertegenwoordiger van die N.V., heeft uitgenodigd om er nog eens over te komen praten. In 1969 is er ook nog contact geweest. De voorzitter zou eigenlijk voor eenmaal ontheffing moeten verlenen van het verbod dat de secretaris in de raad niet mag spreken. De voorzitter: „Ik laat de secretaris rustig spreken." Wethouder Verkouw zegt dat de raad van spreker niet kan verlangen dat hij antwoord geeft op vragen die hem allerminst raken. Spreker doet, naar aanleiding van de door de heer Van den Briel geuite wens, de toezegging, dat, waar die gevallen zich voordoen meer mogelijk-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 11