25 februari 1971
56
Wethouder Willemse antwoordt dat aan dit preadvies naarstig wordt
gewerkt. Het definitieve preadvies zal pas worden besproken na terug-
komst van de wethouder van financiën, circa 10 maart. In de daarop
volgende collegevergadering zal het preadvies worden vastgesteld, waarna
het moet worden vermenigvuldigd. Spreker vreest dat het zeker niet vöör
half maart zal kunnen worden toegezonden.
De voorzitter zegt dat het college zich op het standpunt stelt dat de
raad zich niet over de sportnota in detail behoeft uit te spreken, althans
nog niet in het eerste stadium. Het preadvies geeft sleehts een aantal
richtlijnen, afgestemd op de sportnota, voor de toekomst. Het college
acht het bij de scala van belangrijke zaken die aan de orde komen niet
gewenst zidh nu al vast te leggen, zelfs niet in de vorm van een pre-
advies. De sportnota moet gezien worden als een stuk waarop straks het
beleid voor een reeks van jaren kan worden gebouwd. Daar moet bepaald
meer betekenis aan worden toegekend dan aan de kanttekeningen die het
college, met eventueel hier en daar een toegespitste vraag, op het ogenblik
gaan samenstellen. Naar het oordeel van het college moet alle aandacht
voor de nota zelf zijn.
Contact overheid-nieuwe kiezers
De heer Van Tongeren vraagt nogmaals de aandacht voor de burger-
avonden die in Haarlem voor de nieuwe kiezers worden georganiseerd.
Op 28 april zijn de verkiezingen en spreker gelooft daarom dat het in de
volgende rondvraag te laat is om daar nog iets over te zeggen. Spreker
heeft in de begrotingsraad sterk gepleit voor het organiseren van een
avond waarin de jonge burgers die straks moeten gaan kiezen ontvangen
worden door het college en de raad, waarna hun iets wordt verteld van
wat de overheid eigenlijk doet. Op deze manier wordt contact tot stand
gebracht tussen de burgerij, en daarvan vooral de jonge mensen, en de
overheid. In de vorige vergadering is toegezegd dat er door het college
op gestudeerd zal worden. Spreker wil nu alleen stellen dat de tijd wel
wat kort wordt. Hij hoopt dat stappen worden ondernomen om dit idee te
realiseren.
De voorzitter antwoordt dat hem in het betoog van de heer Van Tonge-
ren opviel, dat deze nog vöör de komende kamerverkiezingen de jonge
kiezers wil „confronteren" met beleidscollege's. Wat is daar de bedoeling
van? Spreker kan zich voorstellen dat juist de politieke groeperingen het
tot hun taak rekenen om kiezers voor te lichten, al of niet gezamenlijk.
Soms lukt dat, soms niet. Ook kan igewoon voorlichting worden gegeven
ten aanzien van de politieke stellingname van de partijen een en ander
onder voorzitterschap van iemand die min of meer toevallig het een en
ander representeert. Maar misschien wil de heer Van Tongeren zeggen
waarom hij zijn vraag juist op deze wijze heeft ingekleed.
De heer Van Tongeren zegt dat in Haarlem, waar men het leggen van
dit soort contacten als een routinehandeling beschouwt, 4 keer per jaar
alle jonge kiezers worden uitgenodigd. Het iigt er maar aan hoeveel er
zijn en hoeveel ruimte ter beschikking staat om ze te ontvangen.
Burgemeester en wethouders hebben het vorig jaar plotseling vöôr de
verkiezingen 4 hearings gehouden. Die hadden zij ook over 4 jaar kunnen
uitsmeren, maar nee, vlak vöör de verkiezingen werden een paar hearings
gehouden .Zo zou men dat in dit geval ook kunnen zien. Het gaat er
gewoon om dat die relatie er moet komen en dat zo snel mogelijk. Men
moet de overheid en de burgerij continu bij elkaar brengen, vooral de
jonge mensen die voor het eerst moeten gaan stemmen. Die moeten tooh
een beetje een indruk krijgen van wat zij gaan doen.
De voorzitter zegt dat de heer Van Tongeren bezig is aan nabeschou-