138
27 mei 1971
zamen amper de meerderheid. Dat kan op een bepaald moment wel eens
tot vervelende consequenties aanleiding geven.
De voorzitter: „U telt de burgemeesters niet mee begrijp ik."
De heer Bücker wil helemaal niet discriminerend doen over de bur-
gemeesters, maar hij gaat er vanuit dat buiten de burgemeesters, die
ambtshalve zitting hebben, de overige partners maar amper de meerder-
heid hebben. Als men er vanuit gaat dat het aantal tnwoners van de res-
pectievelijke gemeenten de basis is geweest voor het maken van deze
sleutel, dan is het natuurlijk op zich wel logisch maar praktisch, althans
nuttig, vindt spreker het niet. Hij heeft geen idee of het mogelijk is op
dit detail nog eens terug te komen; wellicht is het nu wat te laat, maar
spreker meent dit toch te moeten opmerken. De toekomst zal leren in
hoeverre spreker nu schimmen ziet waar zij in feite niet zijn. Spreker
wordt ten aanzien van zijn vermoedens graag in het ongelijk gesteld.
Overigens ziet zijn fractie vol vertrouwen de verdere ontwikkeling tege-
moet. Zij schaart zich gaame onvoorwaardelijk achter dit voorstei.
De heer Jager zegt dat zijn fractie verheugd is over het feit dat dit
principebesluit nu eindelijk ter vaststelling wordt aangeboden. Hopelijk
zal bij de vaststelling van de definitieve regeling uitgebreid op deze zaak
kunnen worden teruggekomen. Spreker wil echter nu reeds een paar op-
merkingen maken. Reeds vanaf het begin van haar bestaan als partij in
Zuid Kennemerland, heeft D'66 gepoogd zich sterk te maken voor een
meer regionale aanpak. Gepleit werd voor een grotere openheid in het
huidige I.S.K. en voor een gemeentelijke samenwerking op raadsniveau.
Spreker geeft een paar voorbeelden. D'66 begon op 23 maart 1970 met een
discussieavond over deze problematiek met professor Sjoerd Groenman
d°or bet Haarlems Dagblad zo treffend getekend als de advocaat der
kleine gemeenten. Alle coileges van burgemeester en wethouders en alle
politieke partijen in Kennemerland waren daarvoor uitgenodigd. Helaas
bleek alleen^ de Partij van de Arbeid daar een avond voor over te hebben.
Verder is D'66 de gemeenteraadsverkiezingen ingegaan met een regionaal
programma naast een plaatselijk programma en sinds september 1970
heeft D'66 iedere 6 weken een regionaal fractieberaad. Dit alles zegt
spreker alleen maar om duidelijk te maken van waaruit zijn vreugde over
dit voorstel komt. Sprekers fractie is zich er van bewust dat het voor.
liggende besluit slechts een zeer bsecheiden begin is. Zij hoopt echter
dat het praatcollege dat nu misschien ingesteld gaat worden, binnen af-
zienbare tijd een doe-college zal worden, dat rechtstreeks wordt gekozen
en eigen bevoegdheden krijgt ten aanzien van een aantal taken die niet
meer adequaat door één gemeente kunnen worden behartigd. Zijn fractie
denkt dan, zonder uitputtend te willen zijn, aan zaken als regionaal ver-
voers- en verkeersbeleid, een gecoördineerd welzijnsbeleid, samenwerking
bij leefbaar houden van ons milieu, ook brandweer, en aan meer algemene
hulpverlening. Deze zaken zullen in regionaal verband aan de orde moeten
komen, evenals de energievoorziening. Daamaast zal, zoals in de nota
terecht wordt opgemerkt, een gezamenlijk optreden naar buiten van zeer
groot belang zijn. Spreker denkt daarbij aan zaken als het streekplan-
Noordzeekanaal en de buitenhaven bij IJmuiden.
Als de gemeenten niet zelf tot deze samenwerking overgaan andere
sprekers hebben er ook al op gewezen dan zal zij de gemeente wel
vanuit Den Haag worden opgelegd en als de gemeenten om welke reden
dan ook, van lange tenen tot zetelvastheid, zouden falen, z.i. terecht.
Sprekers fractie hoopt dat de toekomstige Kennemerraad ook nu reeds
een lichaam zal worden dat niet bestaat uit vertegenwoordigers van ge-
meenten sec, maar uit mensen die bereid zijn regionaal te denken en wat