4
81
4e afd.
24 juni 1971
1. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerking-
treding van dit besluit niet als bosgronden konden worden aange-
merkt;
III. te bepalen dat de hierboven genoemde werken en werkzaambeden
niet toelaatbaar zijn, indien daardoor, dan wel door de daarvan, hetzij
direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, schade wordt toege-
bracht aan de landschappelijke, natuurwetenschappelijke of cultuur-
historische waarde van het gebied, waarvoor dit voorbereidingsbesluit
van kracht is.
De seeri
retaris,
Heemstede, 24 juni 1971.
De Raad voomoemd,
De voorzitter,