82 5e afd. 24 juni 1971 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WERKVOORZIENINGSSCHAP „ZUID-KENNEMERLAND" TE HAARLEM Heemstede, 9 juni 1971. Aan de Raad, Tengevolge van aangeboren of tijdens het leven onstane gebreken, kwalen en afwijkingen van lichamelijke, psychische of karakterologische aard zijn in onze samenleving velen, die eigenlijk door arbeid in hun ie- vensonderhoud zouden moeten kunnen voorzien, tijdelijk of voorgoed van arbeid in een normale dienstbetrekking uitgesloten. Voor zover deze personen desalniettemin tot (productieve) arbeid in staat zijn, behoort de overheid ten behoeve van hen zoveel mogelijk aan- gepaste werkgelegenheid te scheppen, waaronder begrepen de gelegehheid tot het instandhouden, herstellen of bevorderen van de arbeidsgeschikt- heid. Deze overheidsactiviteit wordt sociale werkvoorziening genoemd. Tot voor kort was de sociaie werkvoorziening geregeld bij een tweetal ministeriële beschikkingen één voor handarbeiders en één voor hoofd- arbeiders waarvan de uitvoering was toevertrouwd aan de gemeente- besturen (burgemeester en wethouders), onder toezegging van bepaalde rijksbijdragen in de gemeentelijke uitgaven voor dit doel. Per 1 januari 1969 zijn de twee bedoelde ministeriële regelingen ver- vangen door één wet (Wet Sociale Werkvoorziening), waarbij in artikel 7 aan de gemeentebesturen wordt opgedragen te bevorderen dat de hier- boven bedoelde personen krachtens deze wet in dienst worden genomen om onder aangepaste omstandigheden tegen loon arbeid te verrichten, welke zoveel mogelijk gericht is op het behoud, het herstel of de bevorde- ring van hun arbeidsgesehiktheid. De gemeentebesturen kunnen op verschillende manieren de hun opge- legde bevorderingsplicht nakomen: a. gehandicapten in dienst nemen en deze doen werken in een werkver- band onder eigen gemeentelijk béheer; b. gehandicapten in dienst nemen, doch hen doen werken in een werkver- band onder beheer van een privaatrechtelijke rechtspersoon, waaraan het gemeentebestuur zulks onder het stellen van voorwaarden, toever- trouwt; c. bevorderen dat een ander gemeentebestuur de betrokken gehandicapten in dienst neemt en hen in een door dat bestuur aangewezen werkver- band doen werken; d. met andere gemeentebesturen samen een gemeenschappelijk lichaam in het leven roepen, dat de taak van het in dienst nemen op zich neemt. Voor wat onze gemeente betreft, hebben wij bij besluit van 6 januari 1970, als werkverband als bedoeld in artikel 10 van de Wet Sociale Werk- voorziening aangewezen de sociaie werkplaats van de Stichting Revaiidatie en Arbeidsvoorziening Epileptiepatiënten, Achterweg 5 te Heemstede. Daar niet alle personen, die op grond van genoemde wet voor plaatsing in aanmerking komen, terecht kunnen op voornoemde werkplaats, moet veelal een beroep worden gedaan op de gemeente Haarlem om mensen aldaar geplaatst te krijgen. Haarlem beschikt namelijk over een ver- scheidenheid van objeeten en daardoor over een grotere plaatsingsmoge- lijkheid. In de huidige structuur, voor een belangrijk gedeelte nog gebaseerd op de vroegere ministeriële circulaires, is in Haarlem een drietal werkobjec- ten te onderscheiden:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 15