82
5e afd.
24 juni 1971
Artikel 3
1. De colleges dragen aan het werkvoorzieningsschap alle bevoegdheden
en verplichtmgen over met betrekking tot de uitvoering van de wet.
2. Onvermmderd het bepaalde bij of krachtens de wet wijst het algemeen
bestuur van het werkvoorzieningsschap de werkverbanden aan.
3. De colleges behouden, onverminderd het bepaalde in het eerste lid de
verantwoordelijkheid om kandidaten voor plaatsing in een der wérk-
verbanden van het werkvoorzieningsschap voor te dragen.
Algemeen bestuur
Artikel 4
1. Aan het hoofd van het werkvoorzieningsschap staat een algemeen be-
stuur, te vormen uit de besturen van de gemeenten, dat als volgt is
samengesteld: 5
a. leder college benoemt uit zijn midden één lid;
b' la™ÎSt benoemt iedere raad uit zijn midden één lid voor elke
20.000 mwoners of gedeelte daarvan met een maximum van viif
leden. J
2. De leden worden benoemd voor een tijdvak, gelijk aan dat van de zit-
tingsauur van de leden van de raden, met dien verstande dat zii voor
de eerste maal worden benoemd voor het tijdvak, dat eindigt in 1974.
0. Hij, die ophoudt lid van de raad of burgemeester van één van de ge-
bestuur1 Verliest tevens het üdmaatschap van het algemeen
4. Bij tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk in deze vacature
voorzien. Het dan te benoemen lid treedt af op het tijdstip, waarop
degene m wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.
Artikel 5
1. De voorzitter is de portefeuillehouder van sociale zaken van de se-
meente Haarlem
2. De plaatsvervangend voorzitter en de secretaris worden door het alae-
meen bestuur uit zijn midden benoemd.
1.
2.
3.
Artikel 6
Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts
zo dikwijls als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt
dan wel, wanneer tenminste drie Ieden zulks onder opgave van redenen
schnftehjk verzoeken.
In dat geval vindt de vergadering binnen 30 dagen plaats.
Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden
gesloten mdien dit door een vijfde deel der aanwezige leden of de voor-
zitter nodig wordt geoordeeld. De vergadering beslist of met gesloten
deuren zal worden beraadslaagd.
In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een
besluit worden genomen over:
a. het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen en reale-
menten; 6
b. de bezoldiging en de rechtspositie van het personeel;
c. de begroting en rekening van het werkvoorzieningsschap.