82
5e afd.
24 juni 1971
Artikel 8
1. De leden van het algemeen bestuur mogen in rechtsgedingen, waarin
het werkvoorzieningsschap is betrokken, middellijk noch onmiddellijk
als advocaat of pr-ocureur werkzaam of betrokken zijn.
2. Zij mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen of
aannemingen ten behoeve van het werkvoorzieningsschap.
3. De leden van het algemeen bestuur, die in strijd handeien met het be-
paalde in het eerste of tweede lid, kunnen door het algemeen bestuur
in hun lidmaatschap worden geschorst. Artikel W 9, tweede lid, van
de Kieswet is va.n overeenkomstige toepassing.
Artikel 9
De stukken, uitgaande van het algemeen bestuur, worden door de voor-
zitter en de secretaris ondertekend.
Artikel 10
1. Het algemeen bestuur stelt een huishoudelijk reglement vast.
2. Dit reglement mag geen bepalingen bevatten, welke in striid zijn met
deze regeling.
3. Het dagelijks bestuur brengt het huishoudelijk reglement en de daarin
aangebrachte wijzigingen zo spoedig mogelijk ter kennis van Gedepu-
teerde Staten en van de raden.
Artikel 11
De leden van het algemeen en het dagelijks bestuur genieten voor het
brjwonen van de vergaderingen een presentiegeld, vast te stellen door het
algemeen bestuur.
Dagelijks bestuur
Artikel 12
1. Er is een dageiijks bestuur, dat bestaat uit tenminste 5 leden
De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris van het
algemeen bestuur zijn tevens voorzitter, plaatsvervangend voorzitter
en secretaris van het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur benoemt
uit zijn midden de overige leden van het dagelijks bestuur.
2. De leden van het dagelijks bestuur verliezen hun functie, wanneer zij
geen zittmg meer hebben in het algemeen bestuur.
3. De leden van het dagelijks bestuur treden af volgens een door het alge-
meen bestuur vast te stellen rooster. Zij zijn terstond herbenoembaar.
4. Het bepaalde in artikel 7 vindt analoge toepassing ten aanzien van de
vergaderingen c.q. de leden van het dageiijks bestuur.
5. Bij ongesteldheid, afwezigheid of onstentenis van een lid van het dage-
lijks bestuur wordt hij, zodra het algemeen bestuur dit nodig acht
vervangen door een ander lid van het algemeen bestuur, daartoe door
dit bestuur aangewezen.
Artikel 13
De stukken, uitgaande van het dagelijks bestuur, worden door de voor-
zitter en de secretaris ondertekend.