82
5e afd.
24 juni 1971
Bijzondere bepalingen
Artikel 50
1. Het werkvoorzieningsschp verplicht zich van de gemeenten over te
nemen de ten behoeve van het beheer van de werkverbanden aange-
gane verplichtingen.
2. De overname van de roerende en onroerende goederen van de werk-
verbanden, niet onder beheer van de stichtingen staande, zal nader
worden geregeld door het dagelijks bestuur in overleg met de betrok-
ken gemeente onder goedkeuring van het algemeen bestuur.
Artikel 51
1. Het werkvoorzieningsschap is verplicht op de datum van de inwerking-
treding van deze regeling de personeelsleden, werkzaam ten behoeve
van de sociale werkvoorziening, als bedoeld in de wet, zo deze daar-
t°e de wens te kennen geven, in dienst te nemen, voor zover zulks niet
betreft het personeel in diienst van de stichtingen.
2. Het werkvooizieningsschap is verplicht de in het eerste lid bedoelde
personeelsleden een bezoldiging en een rechtspositie te garanderen,
welke tenminste even gunstig zal zijn als die welke voor betrokkenen
gelden ten tijde van hun overgang van de gemeenten naar het werk-
voorzieningsschap. Het uitzicht op periodieke salarisverhoging en vol-
gens de schaal waarnaar betrokkenen op het tijdstip van overgang
worden bezoldigd, wordt gegarandeerd.
Deze garantie houdt bovendien in, dat de door vorenbedoelde perso-
neelsleden in dienst vn de gemeenten vervulde diensttijd geacht zal
worden ce zijn doorgebracht in dienst van het werkvoorzieningsschap.
3. De wachtgelden, toe te kennen aan personeelsleden, die niet naar het
werkvoorzieningsschap overgaan, komen ten laste van het werkvoor-
zieningsschap.
Beheer van de archiefbescheiden
Artikel 52
Ten aanzien van de archiefbescheiden van het werkvoorzieningsschap
zijn de voorschriften omtrent de zorg, de bewaring en het beheer van deze
bescheiden alsmede die omtrent het toezicht daarop, zoals die voor de ge-
meente Haarlem zijn of nader zullen worden bepaald, van overeenkom-
stige toepassing.
Van geschillen
Artikel 53
Geschillen betreffende de uitvoering of de toepassing van deze regeling
worden onverminderd het bepaaide in artkel 7 van de Wet Gemeen-
schappelijke Regelingen en de bevoegdheden van de burgerlijke rechter
ter bijlegging voorgedragen aan Gedeputeerde Staten.
Inwerkingtreding
Artikel 54
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1972.
2. Buigemeester en wethouders van de gemeente Haarlem dragen zorg
v°or de bekcndmaking van deze regeling in de Nederlandse Staats-
courant.
3. De kosten van deze bekendmaking komen ten laste van het werkvoor-
zieningsschap.
