184 29 juli 1971 Spreekster kan zich geheel aansluiten bij hetgeen de heer Rücker naar voren heeft gebracht. Haar fractie is van mening dat, hoewel de gemeente daar niet veel aan kan doen, de regeling met betrekking tot de huurprijs van een ambts- woning in dien zin zou kunnen worden herzien, dat er een betere verhou- ding ontstaat tussen de huur en de werkelijke waarde van het pand; deze opmerking is terzijde. De voorzitter zegt dat de sprekers elkaar al ten dele hebben beant- woord. Als de heer Kirschbaum stelt dat de voorgestelde oplossing on- economisch is, dan meent spreker daar een groot vraagteken achter te moeten zetten. Spreker ziet er ook iets onelegants in om, na de mede- werking die van de huidige bewoonster is verkregen, het huis te ver- kopen, de te besteden gelden voor de verbouwing en modemisering bij de opbrengst daarvan te voegen en dan een ander huis te kopen, Of dat dan zoveel goedkoper zal zijn betwijfelt spreker als hij denkt aan dj kosten van overschrijving, provisie, maar ook van verbeteringen die er bij zullen komen. Spreker gelooft dat dan minstens hetzelfde bedrag zal moeten worden besteed waarbij het dan nog de vraag is of op zô'n unieke plaats een waardevolle woning zal zijn te kopen. Spreker kan zich voorstellen dat men denkt dat 'het instituut ambts- woning in de toekomst wel eens op de helling zal moeten. Daar is zeker over te praten. De gemeente heeft nu eenmaal een ambtswoning en dat is helemaal geen slechte zaak voor de gemeente geweest, integendeel, het is een zaak waar in zeker opzicht minstens een ton aan wordt verdiend, afgezien van de geldontwaarding. Deze ambtswoning kan aan de eisen worden aangepast. Niemand kan precies zeggen of dat in totaal f 146.000 zal kosten of voor wat de uitbreiding betreft f 100.000. Het college heeft wel het gevoel dat van het geraamde bedrag wel iets zal overblijven. Laat de raad maar rustig uitgaan van dit bedrag want spreker gelooft dat dit de meest veilige weg is. Op de vraag van de heer Kirschbaum of er, als de raad het voorstel van het college aanvaardt, moet worden uitgezien naar een nieuw tijdelijk onderdak voor de burgemeester antwoordt spreker, dat dit waarschijnlijk het geval zal zijn. Er is medewerking geweest van de zijde van de eige- naar van perceel Van Merlenlaan 7 en het kan best zijn dat die niet langer wordt verleend. Dat hebben burgemeester en wethouders dan te aanvaarden en dan zal een andere tijdelijke huisvesting voor de burge- meester moeten worden gevonden. Burgemeester en wethouders blijven dankbaar voor de geboden hulp. Dat het college achter de woorden van de heer Rücker staat, spreekt vanzelf. Diens vraag was of de investering correspondeerde met de ver- betering. Door de heer de Ruiter is dat juist berekend. Spreker kent het huis vrij goed. Ook als het huis niet zou worden uitgebreid zou het ge- modemiseerd moeten worden. De heer Rücker en de zijnen hebben de altematieven nagegaan. Nieuw- bouw zal zeker niet goedkoop zijn. EJen ander huis kopen is een avontuur, daargelaten of binnen afzienibare tijd dat zal vrij spoedig moeten zijn een aanbod zal worden gedaan. Ook heeft de heer Rücker de begroting ontrafeld. Hij meent met enkele anderen, dat de mogelijkheid dat het krediet niet ge'heei nodig is, er zeker in zit. Hij heeft verder een paar voorwaarden gesteld en het college gewezen op de verdere uitwerklng. Z.i. zuilen deze cijfers bij de onderhandelingen over de bouw volkomen moeten worden losgelaten. Dat is spreker volkomen met hem eens. De onderhandelingen zullen vrij hard zijn waarbij wellicht met open begroting kan en zal moeten worden gewerkt. Het college is zeker van plan goed op te letten wat er gebeurt en daarbij zal wel naar voren komen of wat er gebeurt ook werkelijk moet gebeuren en of dat wellicht nog anders kan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 8