144 4e afd. 25 november 1971 Naar ons oordeel ontbreekt dit fundament goeddeels in het rapport Vel- sen en in het daarop in belangrijke mate gebaseerde praeadvies van de I.S.K. Met name de konklusie van Velsen dat de aanleg van een voor- haven uit een oogpunt van planologie en milieulhygiëne, factoren welke bij ons ook zwaar wegen, onaanvaardbaar is, mist dit brede onderzoek als fundament. Het rapport bevat over deze onderwerpen wel enkele algemene beschouwingen maar deze stoelen niet en kunnen dit ook nog niet op onmisbare onderzoekingen omdat deze nog niet zijn verricht, ook door Amsterdam niet. Wij menen dit temeer te mogen opmerken waar in de aanbiedingsbrief van Velsen wordt gesproken over een verkenning van mogelijke gevolgen onder meer op het leefklimaat in de nabije en verdere omgeving van de ontworpen voorhaven. De waarde van het Vel- sens rapport ligt naar ons oordeeî hierin dat het een aantal ook ons zorg- gevende sectoren signaleert en markeert en op deze gebieden onderzoek en afweging van belangen terecht als bestuurlijke eis stelt. De konklusie van onze overwegingen is dat een definitief en verant- woord standpunt eerst kan worden ingenomen nadat een gedegen onder- zoek is ingesteld naar alle bij de aanleg van een voorhaven in het geding zijnde faeetten. Ook de raad van Amsterdam heeft duidelijk de behoefte aan een dergelijk onderzoek onderkend, blijkens de met algemene stem- men op 28 oktober 1971 aanvaarde motie. Wij zijn voorts van oordeel dat het zeer de aanbeveling verdient dat dit onderzoek wordt ingesteld door het Rijk, de provincie Noord-Holland, Amsterdam, Veisen en Zuid-Kennemerland tezamen. Wij hebben ons standpunt ter keninis gebracht van de overige I.S.K. gemeenten. Wij stellen uvv raad voor een besluit te nemen overeenkomstig het hierbij aangeboden ontwerp. - Burgemeester en wethouders van Heemstede, W. H. D. Quarles van Ufford. De secretaris, J. M. Kruitwagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 27