145 2e afd. 25 november 1971 BEZOLDIGING WETHOUDERS Heemstede, 20 oktober 1971. Aan de Raad, In een circnlaire van 28 september 1971, afd. 5, nr. 146, gerieht aan de colleges van burgemeester en wethouders der gemeenten, delen Gedepu- teerde Staten van Noord-Holiand mede, dat zij voornemens zijn de ,,Be- zoidigingsregeling wethouders 1963" op een drietai punten te herz'ien, t.w.: le aanpassing van de jaarwedden van de wethouders aan de trendmatige verhoging van de salarissen van het overheidspersoneel per 1 juii 1971; 2e uitbreiding van het aantal gemeenten, waar de wethouders aanspraak op kindertoeiage genieten, tot die boven 30.000 inwoners (thans boven 40.000 inwoners); 3e opneming van een bepaling, op grond waarvan de wethouders met ingang van 1971 aanspraak verkrijgen op een vakantie-uitkering, zui'ks op de voet van de terzake voor het rijkspersoneel geldende regeiing. Overeenkomstig het. bepaalde in artikei 100 der gemeentewet behoort omtrent bovengenoemde punten het oordeei van uw raad te worden in- gewonnen. Voor wat het eerste punt betreft merk ik op, dat uw raad zich bij zijn besluit van 24 april 1969, nr. 51, bij voorbaat akkoord heeft verklaard met alle toekomstige aanpassingen van de wethouderswedden aan de trendmatige verhogingen van de salarissen van het overheidspersoneel. Be onderhavige aanpassing kan derhalve voor kennisgeving worden aangenomen, evenais de voorgenomen invoering van aanspraak op kinder- toelage voor wethouders van gemeenten boven 30.000 inwoners, omdat dit laatste punt voor de wethouders dezer gemeente niet van belang is. Biijft derhalve over het geven van uw oordeel over de voorgenomen invoering van aanspraak op vakantie-uitkering. Naar mijn mening pleiten verschiliende overwegingen voor de toeken- ning van vakantie-uitkering aan de wethouders. In <ie eerste plaats worden de wethouderswedden, zoals hiervoor reeds is vermeid, regelmatig aangepast aan het gestegen salarispeil van de ambtenaren. De vakantie-uitkering vormt een integrerend bestanddeel van dat salaris, zodat het in de rede ligt, dat de wethouders ook deze uitkering deelachtig worden. Ik merk hierbij op, dat een deel der vakan- tie-uitkering reeds sedert 1966 door de wethouders wordt genoten door middel van een in dat jaar piaats gehad hebbende verhoging van de wedden met 2 Verder is het mijns inziens niet meer dan billijk, dat de wethouders van grotere gemeenten, wier functie een volledige dagtaak omvat, aanspraak op vakantie-uitkering verkrijgen en dat, uit een oogpunt van uniformiteit, de wethouders van kleinere gemeenten naar evenredigheid deze uitkering deelachtig worden. Deze evenredigheid wordt bereikt, doordat het geldende percentage over een lagere wedde wordt berekend. Resumerende stel ik u voor uw oordeel over de door Gedeputeerde Staten voorgenomen maatregelen in vorenbedoelde zin kenbaar te maken door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit. De burgemeester van Heemstede, W. H. D. Quarles van Ufford.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 29