146 2e afd. 25 november 1971 UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS VAN HEEMSTEDE Heemstede, 10 november 1971. Aan de Raad, Bij de wet van 10 december 1969, S. 594 (Algemene pensioenwet poli- tieke ambtsdragers) is een nieuwe regeling getroffen met betrekking tot de toekenning van uitkering en pensioen aan politieke ambtsdragers, zomede van pensioen aan hun nabestaanden. Met genoemde wet wordt voornamelijk een aanpassing beoogd van de in de wetten van 1 augustus 1956, S. 455, en van 31 juii 1957, S. 324, neergelegde pensioenregelingen aan de op 1 januari 1966 in werking ge- treden Algemene burgerlijke pensioenwet. Op grond van artikel 163, 2e lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers dient de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1963, vastgesteld bij Uw besluit van 26 september 1963, nr. 103, sedert gewijzigd, vôör 1 januari 1972 te worden vervangen door een geheel nieuwe verordening. In verband hiermede bieden wij U hierbij een nieuwe ontwerp-verorde- ning aan, welke is opgesteld door de Veremging van Nederlandse Ge- meenten. In dit model is aansluiting gezocht bij het door een commissie van het Interprovinciaal Overleg inzake personeelsaangelegenheden ont- worpen model voor gedeputeerden. Het model is voorzien van een uitvoerige toelichting, zodat wij menen te kunnen volstaan met een opsomming van de voomaamste verschil- punten ten opzichte van de bestaande verordening. Beperking van het recht op uitkering en pensioen. In de artikelen 1 en 28 (Nota van wijziging punten 1 en 2) zijn een viertal mogelijkheden opgesomd, op grond waarvan Uw College de be- voegdheid verkrijgt in de aldaar genoemde gevallen uitkering te weigeren dan wel het uitzicht of het reoht op pensioen geheel of gedeeltelijk ver- vallen te verklaren, zulks in navolging van de ten aanzien van gedepu- teerden en ministers en staatssecretarissen getroffen regeling. Uitkering. He uitkeringspercentages zullen volgens artikel 3 bedragen 80 ge- durende het eerste jaar, 70 gedurende het tweede jaar en 60 gedu- rende het derde en eventueel volgende jaren. Thans zijn deze percentages respectievelijk 80, 65 en 50. Smartegeld-uitkeringen. In artikei 8 is het recht op een smartegelduitkering van drie maanden neergelegd voor de weduwe of weduwnaar van een overleden gewezen wethouder. Deze uitkering bedraagt momenteel zes weken. Nieuw is het recht op een uitkering van twee maanden pensioen, opgenomen in artikel 57, voor weauwe of weduwnaar van een gepensioneerde wethouder welke uit- kermg als een compensatie kan worden gezien voor het eindigen van het pensioen aan het einde van de maand, waarin de rechthebbende is over- ieden, in plaats van aan het einde van het kwartaal, zoals thans het g«val îs.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 31