25 november 1971 299 vooral ook wel om de etische en juridisehe bezwaren, die aan het voorstel verbonden zouden zijn. De Provinciale Raad van Noord-Holland heeft in het laatste rapport van noivember 1971, het allerlaatste rapport dat de stapel van een halve meter hoog heeft Voltooid, ons daar ook nog eens antwoord op gegeven. Wij moeten ons hier over deze aangelegenheid uit- spreken omdat de bevoegdheid in deze aan de gemeentebesturen is gelaten. Hem komt het echter onlbegrijpelijk voor dat ondanks het feit dat ook hij voorstander is van gemeentelijke autonomie, dat in het kader van de volksgezondheid zelf, inplaats van het zich steeds weer herhalende overleg over hetzelfde t'hema, geen algemene regeling is getroffen door de rijksoverheid bij wet, zulks temeer omdat het nut van drinkwaterfluoride- ring door diezelfde overheid al zo lange tijd warm wordt bepleit. Sprekers fractie heeft haar eigen verantwoordelijkheid willen volgen en daar wil zij zich niet aan onttrekken. Daarbij zal het belang van de volksgezondheid in die gemeenschap voorop staan en niet haar eigen belang, haar eigen gevoel of idee. De individuele burger kan zich wat vrijer tegenover deze zaak opstellen en zijn eigen voorkeur laten prevaleren, een raadslid niet, bij ons moet het ook gaan om de volksgezondheid. Een zo objectieve en zo eerlijk mogelijke keuze heeft spreker trachten te maken en zal nu ook gemaakt moeten worden na alle afweging van de voor- en nadelen, waarbij de bestuurderen, als leken op dit gebied, zich wel moeten laten voor- lichten bij dit zeer gecompliceerde vraagstuk door terzake deskundigen. Dit is de enige manier om in dit geval tot een verantwoorde beslissing in deze zaak te komen. De Raad heeft dan ook niet de gemakkelijkste weg willen kiezen. Hij had b.v. het besluit dat in 1965 werd genomen om tot fluoridering van het drinkwater te komen, kunnen bekrachtigen, omdat in alle stukken die daarover te verkrijgen zijn is te lezen, dat gedurende de laatste vijf jaar, zoals ook in de toelichting op dit voorstel werd vermeld, vele gegevens naar voren zijn gekomen, die niet alleen het nut van drinkwaterfluoridering onderstrepen, maar ook Eiantonen dat de ver- meende schadelijkheid kleiner is dan wel werd verondersteld. De Ge- zondheidsraad heeft in een nieuw rapport in 1970 hetzelfde geconcludeerd. Sprekers fractie heeft ook niet willen volstaan met uitsluitend doorslag- gevend voor haar standpunt te laten zijn het feit dat Heemstede, voor wat de drinkwatervoorziening betreft, geheel afhankelijk is van Amster- dam, waar de fluoridering veui het drinkwater per 1 fetoruari a.s. ingaat, dus het feit dat het blijven leveren van ongefluorideerd drinkwater onze gemeente zelf ongeveer 1 miljoen gulden zou gaan kosten. Hoewel dit een zwaarwegende factor is, die uiteraard ook dient mee te tellen, heeft zij toch niet uitsluitend deze financiële kant laten doorslaan bij de vast- stelling van haar standpunt. Spreker heeft gezien dat het voorstel van het college twee onderdelen bevat, n.l. handhaving van het besluit van 1965, dus instemming met het gebruik van gefluorideerd drinkwater in Heemstede, en ten tweede, aanhouding van de besliss'ing omtrent het al dan niet beschikbaar stellen van ongefluorideerd water voor de betrokken inwoners. Over beide onderdelen wil spreker gaame iets zeggen alsmede tenslotte over de zo belangrijke voorlichting hierover aan de burgerij. Fluoridering van drinkwater, zoa'ls in het voorstel bedoeld, is een veilige en efficiënte methode ter voorkoming van c.q. temporisering van tand- bederf, zeggen de meeste deskundigen, niet alle, maar vele deskundigen, die ons moeten voorlichten. Voor- en tegenstanders zijn het vrijwel eens met elkaar over de feiten maar niet over de waardering van die feiten. Dit schrijft dr. Houwing van de betrokken T.N.O.-werkgroep in T.N.O.- Nieuws van 25 november 1970. Hij voegt aan deze scherpe analyse van het vraagstuk en ailes wat daarom heen speelt toe, dat de druk van de tegenstanders, wiens bezwaren vaak meer van psychologische en ethische aard zijn, soms zo groot wordt dat het dan van politieke moed getuigt in het belang van de voiksgezondheid een ander standpunt in te nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 13