b
t~ -mnrct
302
25 november 1971
juiste voorkomen. Voor hem zijn dat in deze kwestie de World Health
Organisation, de Nationale Gezondheidsraad, de Provinciale Gezondheids-
raad en de vakorganisaties van artsen en tandartsen. Spreker is dus geen
tegenstander van fluoridering van drinkwater op grond vain beweerde
schadelijkheid daarvan. Ook gelooft hij dat deze methode de meest effec-
tieve is voor het helpen tegengaan van tandbederf. Hij zegt met nadruk
helpen tegengaan, omdat we het niet bij eventueel fluoridering kunnen
laten. We zullen veel harder dan tot nog toe moeten werken aan een
gerichte voorlichting, om de eetgewoonten van de mens te veranderen.
Spreker heeft hiervoor al eens in een eerder stadium in deze Raad mogen
pleiten. Een veel belangrijker zaak echter is wat spreker de et'isehe poli-
tieke vraag zou willen noemen. Is het de overheid geoorloofd een middel
aan het drinkwater toe te voegen, dat moet dienen om de weerstand van
het gebit tegen cariës te verhogen. Of nog algemener, mag de overheid
een stof aan het drinkwater toevoegen, welke niet bedoeld is om de kwa-
liteit van het drinkwater op zich te verbeteren. Is dit niet een onaan-
vaardbare inbreuk op de persoonlijke vrijheid van de individuele burger.
Een vraag die des te klemmender is waar het hier gaat om de integri-
teit van het lichaam een groot goed in onze democratie. Spreker is niet
erg gelukkig met het feit dat een zo belangrijike vraag ter beslissing wordt
overgelaten aan de gemeentelijke overheden in ons land. Daardoor kunnen
in verschillende gebieden in ons land op deze naar zijn mening zo funda-
mentele vraag, die te maken heeft met een grondrecht van de burger, een
verschillend antwoord gegeven worden. Liever zag spreker dat hierover
een wettelijke regeling door de rijksoverheid was gemaakt, die besliste
over de vraag of fluoridering al of niet geoorloofd is. Spreker gelooft
dat men in Den Haag voor deze verantwoordelijkheid is teruggeschrokken,
en hem bewust heeft afgewenteld op de gemeenten. We hebben dezer dagen
kunnen lezen dat het Parlement van Zweden met een kleine meerderheid
een wet heeft aangenomen, waarîn fluoriderinig van drinkwater werd ver-
boden, omdat dat naar het oordeel van dat Parlement een onaanvaardbare
inbreuk betekende op de persoonlijke vrijheid van de burger. Persoonlijk
is spreker, na zorgvuldige afweging van enerzijds de plicht van de over-
heid voor de zorg voor allen, tegen anderzij'ds het recht op vrijheid van de
individuele burger, tot de slotsom gekomen dat de overheid inderdaad
het recht heeft tot fluoriderlng over te gaan. Dat zal echter naar zijn
mening slechts dan niet/onrerrhtvaapdig zijn, als gezorgd is voor een reëel
altematief voor hen, die om de een of andere reden bezwaar hebben
tegen het gebruik van gefluorideerd water. Een dergelijk alternatief zou
van dien aard moeten zijn, dat alle bezwaarden op eenvoudige wijze
kunnen beschikken over ongefluorideerd drinkwater. Dit houdt naar zijn
mening in dat een ieder die dit wenst, binnen een bepaalde afstand van
zijn woning, of door middel van een besteldienst, met name voor zieken
en bejaarden, ongefluorideerd water moet kunnen verkrijgen. De kosten
van dit water mogen niet hoger zijn dan de normale waterprijs. De mensen
moeten toch al meer moeite doen om het te krijgen. De gemeente zal het
geld er voor over moeten hebben als wij het zo belangrijk vinden tot fluori-
dering over te gaan.
zÜn grote probleem nu echter is, dat in het voorstel van het college geen
alternatief voor de beizwaarden wordt geboden. Er wordt verwezen naar
de uitkomsten van een werkgroep van deskundigen, die nog rapport
moeten uitbrengen. Gezien wat hij gezegd heeft over de al dan niet on-
rechtmatigheid met of zonder altematief voor de bezwaarden, kan hij op
dit moment niet beslissen over de vraag of de Raad het besluit van 26
november 1965 moet handhaven of niet, nu niet vaststaat, dat een reëel
altematief voor de bezwaarden wordt geboden. In het tweede gedeelte
van het voorstel van het college komt de volgende zinsnede voor: ,,de
beslissing omtrent het al dan niet beschikbaar stellen van ongefluorideerd