16 december 1971
343
g-ezien van de algemene economiscihe situatie in de wereld en, om dichter
bij huis te blijven, van het land waarin wij leven en wonen.
De economische toestand in ons land op dit moment geeft ons allen
grote zorgen. De gedurende de laatste jaren sterk toenemende kosten, met
name de stijging van lonen en prijzen, gekoppeld aan een relatief hoge
rentestandaard, doet ons de naaste toekomst weinig optimistisch tegemoet
zien. De voortschrijdende inflatie heeft naar onze opvatting alleen nog niet
tot desastreuze gevolgen aanleiding gegeven, omreden zich in de ons om-
ringende landen eenzelfde inflatoire ontwikkeling doet zien. Dit neemt
echter niet weg dat bedoelde economische ontwrichting reeds voor meer-
dere groepen van onze samenleving zijn nadelige consequentles heeft ge-
had. Br zal van overheidswege toch echt iets moeten gebeuren, willen we
niet geconfronteerd worden met de sluiting van nog meer bedrijven, resp.
inkrimping van economisehe activiteiten, met daaraan direct verbonden
het in gevaar komen van de werkgelegenheid. Zo gezien menen wij in
een toestand van schijn-welvaart te leven, die op korte termijn ernstige
gevolgen zal kunnen hebben, indien althans niet de vicieuze cirkel van de
loon- en prijs-spiraal ten spoedigste doorbroken wordt. Hierbij is niet alleen
de achteruitgang van de groei van de materiële welvaart in het geding,
maar vooral ook het ontbreken van algemene middelen om de voorzie-
ningen te kunnen treffen in het kader van de verbetering van het welzijn
van individu en gemeenschap; dit alles terwijl wij weten dat er nog zo
veel te doen is, b.v. op het gdbied van de milieu-hygiëne, het onderwijs,
cultuur, recreatie, sport enzovoort. Uit de toelichting op de begroting blijkt
ons dat Heemstede in het jaar 1971 met een verhoging van 17% van
lonen, salarissen, sociale voorzieningen en andere secundaire arbeidsvoor-
waarden, tesamen met alle overheidsinstanties in ons land voorop liep,
zulks in gelijke tred met de z.g. welvarende bedrijfstakken. Hierbij be-
seffen wij echter mede dat een lagere overheid als het gemeentebestuur van
Heemstede niet alleen de pas kan inhouden doch dat zowel de overheid
als het bedrijfsleven gezamenlijk de inflatie dienen te bestrijden. Tooh kan,
naar onze mening, de lagere overheid ook in Heemstede op het
lokale vlak, zijn bijdrage leveren ter stäbilisering van de economische toe-
stand. Strikte bewaking van de kosten en verhoging van de efficiency,
zijn aangelegenheden die direct onder eigen verantwoordelijkheid vallen.
Bovendien kan er nauwlettend op worden toegezien dat, waar nodig, mede
in het belang van de werkgelegenheid, kapitaalwerken worden uitgevoerd,
mits de financiering daarvan is veilig gesteld en een keuze wordt gedaan
uit het prioriteitenschema van het meerjarenplan.
Zoals U hoort, Mijnheer de Voorzitter, niet allemaal even optimistische
geluiden uit het K.V.P. kamp, doch ik heb gemeend deze realiteiten te
moeten inbouwen in mijn betoog; zulks mede om te voorkomen dat wij
de geproduceerde cijfers voor onze gemeente in een wat al te optimistisch
daglicht zouden gaan plaatsen. Een post ,,onvoorzien" van f 875.831,
is inderdaad een feestelijk cijfer voor een begroting van een gemeente
van omvang als de onze en ik kan mij voorstellen dat een gemeente-
bestuur zich gelukkig prijst wanneer men in die poel van rode begrotings-
cijferS van een overgroot aantal nederlandse gemeenten mag consta-
teren, dat het economisch potentieel aanwezig- wordt verwacht om o.m.
de rente en afschrijving veilig te stellen van een groot aantal kapitaals-
uitgaven, welke voor het komende begrotingsjaar te verwachten zijn.
De nota van aanbieding geeft een opsomming van niet minder dan 14
grote en kleinere voorzieningen welke deels reeds door deze raad zijn
goedgekeurd. Ik moge evenwel dieneiangaande een tweetal kanttekeningen
maken:
Onder de door het college gemaakte opstelling bevinden zioh o.m. het
bouwrijpmaken van de terreinen, gelegen in het westen van de Geleer-
denbuurt, het bouwrijpmaken van de terreinen Schouwbroekerpolder