16 december 1971
347
of elders, als men zijn hond stoep of voetpad laat bevuilen, als het huis-
vuil niet behoorlijk d.w.z. niet in g-oed gesloten vuilnisemmers of vuilnis-
zakken wordt klaargezet. Iemand die weet dat het in zo'n geval bij be-
trapping op heterdaad onmiddellijk betaien is, zal zich daardoor vlugger
laten weerhouden van een overtreding. De medeburger wordt ergemis en
overlast bespaard. Eîn voor de politie, toch all overbelast, wordt het op-
treden tegen straatverontreiniging heel wat eenvoudiger, waardoor het
ook meer stelselmatig zal kunnen gebeuren. De mentaliteitsverandering
waarover ik het zojuist had, is een kwestie van opvoeding, een taak naar
onze mening ook voor het onderwijs. Maar daamaast bevelen wij aan een
doelmatig en wijs gebruik van de nieuwe mogelijkheden voor de politie.
Met betrekking tot Hoofdstuk IX, Sociale Zorg en Maatschappelijk
Werk, merkt het -college in de nota van aanbieding op, dat het nadelig
saldo van dit 'hoofdstuk „slechts" met 74.600,— is gestegen; een gering
verschil in vergelijking met dat tussen de jaren 1970 en 1971, hetwelk nog
bijna 650.000,bedroeg, aldus de nota van aanbieding. Alhoewel de
werkings-sfeer van de A.W.B.Z. verlichtend werkt en voorts terecht wordt
gesteld, dat de totaal situatie t.a.v. de toepassing van de Algemene Bij-
standswet zioh geleidelijk aan steeds meer stabiliseert, kan ik toch niet
nalaten met op te merken dat speciaal voor de verzorgden in de verzor-
gingstehuizen ter plaatse mede inverband met de voortdurend stijgende
verzorgingskosten steeds sneller en veelvuldiger het moment aanbreekt
dat men een beroep moet doen op de Algemene Bijstandswet. Dit laatste
wordt, naar de ervaring leert, door de generatie welke thans verzorging
behoeft, nog steeds ervaren als een gang naar Canossa en ik wil niet
nalaten bij deze, zonder ook maar iets af te willen doen aan het gepres-
teerde op andere diensten, nog eens mijn respect te betuigen aan de dames
en heren ambtenaren van de afdeling Sociale Zaken voor de kiese en
pmdente wijze, waarop men deze gevoelige zeiak, hetwelk voor iedere be-
trokkene niets minder dan het definitief opgeven van een economische
zelfstandigheid betekent, begeleidt. Trouwens Mijnheer de Voorzitter het
gehele optreden van deze dienst is, voor zover ik tot oordelen bevoegd
ben, zowel wat betreft het tempo van behandelen der aanvragen, het cor-
recte optreden naar buiten en last but not least het voortdurend bewaken
van de uitkeringen (zonder hierbij krenterig te zijn) een voorbeeld voor
analoge situaties in den lande.
De uitwerking van de Sportnota 1970, weike ons begin van dit kalender-
jaar bereikte en waarover deze raad in de maart-vergadering ons inziens
zo allerplezierigst heeft kunnen discussiëren, krijgt in uw nota van aan-
bieding reeds een redelijke gestalte. De dienaangaande te verrichten in-
vesteringen zijn, nominaal bezien, enorm en de geschatte bedragen vallen
nog tegen ook; men kijke dienaangaande maar eens naar de kosten, ver-
bonden aan de inrichting van het honkbalveld, weike aanvankelijk werden
begroot op 80.000,doeh waarvoor deze raad zeer onlangs een bedrag
van 91 miiie diende te voteren. De opvatting van mijn fractie is eohter
unaniem dat voor de actieve en passieve recreatie het financiële offer niet
snel te groot kan zijn. De ontwikkeling in het economische- en maat-
schappelijk bestei doet verwachten dat in de komende decennia een zin-
volle besteding van het steeds toenemende potentieel van de vrije tijd een
levensgroot probleem zal worden, tot oplossing waarvan ook voor de ge-
meentelijke overheid een duidelijke taak is weggelegd.
In het verkiezings- en partijprogramma van de K.V.P., Mijnheer de
Voorzitter, is een grote plaats ingeruimd voor de Welzijnszorg. Dit principe
wil mijn fractie ook in het gemeentebeleid zoveei mogelijk trachten te
doen realiseren en U sta mij toe om na de meer gedetaiiieerde uit-
werking hiervoren van meerdere zaken die onder de noemer ,,welzijn"
zijn onder te brengen, nog een aantal punten in het kort weer te geven,