16 december 1971
349
het terrein rondom dit raadhuis, kan ons alleen maar verheugen, om-
reden de reeds lang verbeide uitbreiding van het onderkomen voor het
bestuurlijke apparaat, hiermede direct verband houdt. Naar mag worden
aangenomen zullen we wellicht nog éénmaal onze begrotingsvergadering
in deze ons toch ook wel weer vertrouwd geworden omgeving houden
om vervolgens de nieuwe gemeentelijke burcht te mogen betrekken. Ik
mag aannemen dat in de nieuwe raadzaal de portretten van onze burger-
vaders die onze gemeente in het verleden hebben bestuurd, mede een zin-
volle plaats zullen krijgen. Mijn fractie zal het bijzonder op prijs stellen
wanneer Uw college het daarheen zou kunnen leiden, dat de geportretteerde
galerij van voormalige regenten, alsdan zal worden gecompleteerd met
een portret van burgemeester Van Rappard. Een biijvende herinnering aan
de man die in een zo heel persoonlijke stijl het bestuur van Heemstede
gedurende een groot aantal jaren leidde, mag naar onze opvatting bij de
officiële ingebruikname van het gerenoveerde raadhuis niet ontbreken.
Mijnheer de Voorzitter. Uw ambtsgenoot van Rotterdam heeft onlangs
eens, toen hij vanuit de raad werd geattaqueerd over zijn chauvinistische
instelling t.a.v. de toestand in de haven van de Maasstad, gereageerd met
de rake opmerking dat liefde nu eenmaal blind maakt. Ik vertrouw te
mogen aannemen dat de inhoud van deze algemene besehouwing niet bij
Uw college de indruk heeft gewekt dat mijn fractie blind is voor datgene
wat in het bestuur van onze gemeente nog beter kan en zelfs beter moet;
dit niettegenstaande het feit dat wij allen zeer van onze gemeente gechar-
meerd zijn, er volgaame wonen en er veel voor over hebben, anders zaten
we hier niet.
Mijn fractie betuigt wederom gaame haar dank en erkentelijkheid aan
dames en heren ambtenaren voor de uitstekende wijze waarop men gedu-
rende het jaar dat achter ons ligt met een relatief kleine bezetting
heeft medegewerkt aan een zo volmaakt mogelijk doen functioneren van
het gemeentelijk apparaat. Wij gunnen de medewerkers van de secretarie
en andere administratieve diensten volgaame een wat comfortabeler werk-
omgeving; nog even geduld, dames en heren, er wordt aan getimmerd!
Indachtig het gezegde dat met eendrachtige samenwerking veel tot
stand kan worden gebracht, zeg ik Uw college gaame de onvoorwaardelijke
steun van mijn fractie toe voor het voor ons liggende begrotingsjaar. Ik
dank U!"
De heer De Ruiter zegt: „Mijnheer de Voorzitter. Het is dacht ik voor
een ieder wel duidelijk dat het politieke leven in ons vaderland er de
laatste jaren niet eenvoudiger op is geworden. Niet eenvoudiger, maar
steliig wel interessanter. Waardoor is die plotselinge opbloei in het poli-
tieke denken ontstaan?
Door een grote toename van het kritisch denken van de burger is
het leidzaam volgen van wat we vroeger „voormannen" noemden sterk
teruggedrongen. Dat impliceert dat oude stellingen, waarin jx>litici zich-
zelf vroeger veilig waanden, en oude tegenstellingen waarin men de vijand
meende te ontwaren, plotseling minder onaantastbaar zijn geworden.
Dat houdt in dat iedereen zich opnieuw bewust moet worden van zijn
stellingname, wââr moet maken wat vroeger vanzelf sprak, en zo ge-
dwongen wordt tot een complete heroriëntatie van zijn politieke denken.
Ook aan ons is dit nieuwe denken, deze noodzakelijke heroriëntatie, niet
voorbij gegaan. Steeds weer dringt de vraag, vaak in geheel nieuwe ge-
stalte zich op: is partijformatie op Christelijke grondslag gerechtvaardigd
Eîn loopt men juist niet het gevaar het Christelijk geloof hierdoor in
discrediet te brengen?
Het zij mij vergund, Mijnheer de Voorzitter, aan deze vraag, die tijdens
elke verkiezingsperiode weer zo actueel blijkt te zijn, enkele woorden te
wijden.