16 december 1971 367 gedaan wordt, daar kwam het eenvoudig gezegd op neer. Spreker is blij dat hij nu wel tevreden is over de uitgaven en dan komt spreker toeh weer aan het punt dat het college, wat het van plan is, niet kan uitvoeren als de belastingen niet verhoogd worden. De heer De Ruiter heeft ook nog gevraagd naar het subsidiebeleid, om- dat er geen duidelijk inzicht is in wat er nu eigenlijk precies gebeurt. Subsidies worden verleend aan alle mogelijke instellingen, die onderling niet vergelijkbaar zijn, b.v. een subsidie aan een sportvereniging en een subsidie aan de Hartstichting. Bn om nu algemene regels te stellen, waar- van altijd zonder meer gezegd kan worden, dat is duidelijk, en op deze wijze komen we aan het subsidiebedrag, dat is wel heel moeilijk. En als hij zegt dat hij het alleen maar wil zien om de zelfwerkzaamheid te sti- muleren, dan is spreker het ook niet met hem eens, want op een ge- geven moment kan men ook wel eens iets gaan subsidiëren, ter wille van de algemene recreatie. Dat is een heel andere zaak. Als men b.v. de Hartstichting gaat subsidiëren, dan heeft het toch echt niet de bedoeling om hartinfarcten te gaan bevorderen, maar om te kijken wat men daar- tegen kan gaan doen. Met betrekking tot het zware punt van de heer Brandsma zegt spreker dat het inderdaad de vraag is of de uitkering uit het gemeentefonds het accres der gemeenteuitgaven kan bijhouden. Dat sluit ook aan bij de 3e alinea van blz. 17 van de nota van aanbieding, want daar is gesteld, dat de verhoging van het uitkerings-percentage van 250 naar 259, het- geen neerkomt op een bedrag van ruim 200.000,ontoereikend moet worden geacht om de kostenstijgingen, buiten de verhogingen van het salaris van het gemeentepersoneel, te dekken. Het is inderdaad zo, we komen daaraan zonder meer tekort. De ter plaatse vermelde stelling dat 200.000,te weinig is om de reële accressen en de gevolgen van de prijzen op te vangen, is volkomen duidelijk, daar behoeft niet verder over gepraat te worden. En onder reële accressen moeten worden verstaan die, welke voortvloeien uit door de gemeente ter hand te nemen taken of te treffen voorzieningen. In de circulaire van 6 juli 1971 van de Minister van Binnenlandse Zaken wordt niet gezegd dat bijstelling niet zal plaatsvinden in de loop van het begrotingsjaar, evenmin wordt gezegd dat dit wel zal gebeuren. In het verleden, laatstelijk voor de begroting voor het jaar 1970, zei de minister nog, dat er in geen geval verhoging van het uitkeringsper- centage zal plaats vinden. Dit is nu dus niet gebeurd. Of men daar inder- daad de conclusie aan mag verbinden, dat het dan misschien toch kan komen, dat is een andere vrtrag. In het algemeen is dan ook niet te zeggen dat de uitkeringen uit het gemeentefonds voldoende zijn om de stijging van het uitgavenpercentage van de gemeente bij te houden. Dit valt wel na te gaan. We hebben b.v. gehad de verhoging van het uitkeringsper- centage van de algemene uitkering ter compensatie van de stijging van de salarissen van het gemeente-personeel. Zo blijkt thans dat het uitkerings- percentage met 11 zal worden verhoogd, neerkomende op een bedrag van rond 260.000,om de financiële gevolgen van de sinds 1 juli 1971 ge- troffen salarismaatregelen te compenseren. Dit bedrag is ongeveer vol- doende om die gevolgen op te vangen. Zo is enigszins na te gaan of de uitkering uit het gemeentefonds terzake van het basisonderwijs de kosten van dat onderwijs dekt. Welnu zij doet dit niet. Een eenvoudige optelling van de nadelige saldi van de betrekkelijke paragrafen van de onderwijs- hoofdstukken leert, dat de gemeente daar 250.000,— op toe legt. Ruim 70% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, in de begroting 6.268.000,is bedoeld als algemeen dekkingsmiddel. Dat is echter een normuitkering, dat wil zeggen, dat de gemeenten naar bepaalde objec- tieve normen bedeeld worden. Deze normuitkering zal de neiging hebben om gelijk te stijgen met de stijging van het loon- en prijspeil. Het accres der uitgaven van de individuele gemeenten kan natuurlijk zeer onregel-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 35