17 december 1971 407
vindt van f 15,—. Daarom heeft spreker er bezwaar tegen dat er te&®"
r tariefsverhoging zou worden gestemd want dat we anders middelen
moeten vinden die voor de Heemsteedse burgers duurder uitkomen.
De heer Van Tongeren zegt dat hoewel de argumentering van het college,
als men dat zo aanhoort, heel logisoh in elkaar zit spreker zich toch niet
kan losmaken van het feit dat er enige onduidelijkheid is. Mede op g'ron(t
van "gmde bewoners van Heemstede wil hij het standpunt
steunen van de heer Brandsma.
Wethouder Willemse heeft van de heer Brandsma gehoord dat hq toe-
eeeft dat de begroting er toch niet zo rooskleurig voor staat en dat
f 9 ooo - - voor onvoorzien dus te laag is. Maar nu haalt de heer Brandsma
nog een ander paard van stal waarbij hij zegt dat er toch nog voldoende
reserves zijn en vraagt waarom de tariefsverhoging met mtgesteld
en het eventueel tekort in 1972 niet mt de reserves wordtgeh^ldDatis
natuurlijk een heel ander standpunt, maar spreker meent dat het halen
uit de reserves eigenlijk alleen maar moet gebeuren, wanneer een ver
hoging door allerlei omstandigheden een bijzonder schrijnende verhogmg
zou ziin of wel dat er dermate onverwachte gebeurtemssen plaatsvinden
die men niet heeft kunnen voorzien, dat daarvoor de reserves worden
bestemd. De heer Kuiper heeft er terecht op gewezen dat voor deimta-
duele verbruiker deze verhoging nu met zo vreselijk groot îs. Spreker
wil er nog aan toevoegen dat er in het algemeen een kostenstijging îs en
spreker meent dat een verhoging van gastaneven op hetzcifde vlak ligt
als een verhoging van broodprijs of melkprijs e.d. Voor al deze verhogmgen
komen toch op bepaalde momenten looncompensaties en spreker ziet
eivenliik niet in waarom looncompensaties wel zouden moeten gelden voor
een aantal artikelen en waarom een overheidsbednjf zijn gastaneven
eigenlijk onder een bepaald niveau zou moeten houden, waardoor het niet
nieer verantwoord is om een efficiënte bedrijfsvoering te hebben. Deheer
Brandsma wees nog op de uitkomst van de rekenmg van 1970 waarbij j
stelt dat die ook geweldig is meegevallen met een Winst van 179.000,
Spreker zegt dat daar in meespeelt dat een dergelijke meevaller veelal
veroorzaakt wordt door een uitkering uit het exploitatieoverschot van de
G.Z.K. Dat is tot dusver meegevallen doordat de toename van omzet zo
groot was dat de winst daarvan de kosten overtrof, maar deze uitkomst
behoeft echt voor de komende jaren niet verwacht te worden. Het zal de
vraag zijn hoe de rekening van 1971 er uit zal zien, of er nog een mt-
kering ult de G.Z.K. zal komen is maar zeer de vraag. Als er een mt-
kering komt is het de vraag of het ongeveer dezelfde zal zijn als het
jaar daarvoor. Spreker betwijfelt dit, gezien alle kostenstijgingen. Dit
alles betekent dat het winstsaldo alleen maar veroorzaakt îs door een
toevallige bate, waar men in de komende jaren zeer beslist met meer, ot
maar op een klein gedeelte, op behoeft te rekenen.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Brandsma over de salaris-
sen dat de andere jaren zich dezelfde omstandigheid voordeed dat de
verwachte loonkosten niet in de begroting konden worden geraamd, zegt
spreker dat dit inderdaad zo is, maar dat werd dan weer gecompenseerd
door de twee punten, die spreker al heeft aangehaald n.l. de uitkermg
uit de G.Z.K. en een hogere winst door een vergrote toename van het ver-
bruik. Spreker ziet dat voor de toekomst echter niet meer, noch dat veei
grotere verbruik, noch die uitkering uit de G.Z.K. Wat spreker wel ziet
is een zeer reële loonkostenstijging en ook een kostenstijging van mate-
rialen en spreker zou dus de Raad zeer sterk wülen ontraden om het
amendement dat de heer Brandsma voomemens is in te dienen aan te
nemen, omdat spreker bang is dat dit voor het bedrijf een funeste uitwer-
king zou hebben zelfs al voor het komend jaar 1972.