17 december 1971
413
is dat wanneer su'bsidieaanvragen binnen komen, ook al zijn ze verkeerd
geadresseerd, eventueel aan burgemeester en wethouders, dat die toch in
de raad thuis horen. De raad heeft het budgetrecht, heeft dus ook uit te
maken als een instelling zich tot de gemeente wendt, of er wel of niet een
subsidie zal worden verleend. Wat ,,De Branding" 'betreft geeft spreker
toe, de heer Jager heeft het al opgemerkt,dat men vorige jaren aan
het' eind van de subsidieiijst een opsomming heeft gevonden welke aan-
vragen het college nog bereikt hebben met het standpunt dat het college
daartegenover heeft ingenomen. Jammer genoeg is dat wat de subsidie-
aanvraag van ,,De Branding" betreft vergeten. Spreker dacht dat het
coliege, door dit eerlijk op te biechten, dit alsnog heeft goedgemaakt en
dat een gesprek daarover nog volledig open is. Het rapport waarover de
heer Van den Briel spreekt, heeft spreker vluchtig doorgelezen, het staat
spreker niet duidelijk voor ogen wat voorgesteld wordt. Spreker dacht
dat wat er ook in staat, dat in elk geval wanneer de begroting behan-
deld wordt alle subsidieaanvragen ter tafel liggen, en ter inzage zijn ge-
weest. Dus de subsidies voor de volksgezondheld kunnen volledig behan-
deld worden in de commissie voor de volksgezondheid, voor onderwijs in
de onderwijscommissie, voor sport in de commissie voor de financiën, voor
culturele zaken in de commissie voor culturele zaken; er is dus alle ge-
legenheid in de commissies die daartoe behoren daar die subsidies ^aan
de orde te stellen en er over te spreken. Met betrekking tot tussentijdse
subsidies neemt het gemeentebestuur het algemene standpunt in dat de
behandeling daarvan zo veel mogelijk moet worden uitgesteld tot de be-
handeling van de begroting. Als ze tussentijds binnenkomen dan kunnen
ze ook in de commissie waar ze thuishoren aan de orde worden gesteld.
De heer Jager zegt dat de wethouder heeft gewezen op het verzoek van
„De Branding" maar ook de kwestie van 4 andere subsidies zijn dus nu
in de raad aan de orde gesteld. Spreker zou graag willen dat als er
subsidieaanvragen binnenkomen, dat dan medegedeeld wordt aan de raad
welke subsidieaanvragen dat zijn, dat ze in behandeling zijn genomen,
en dat daarover een voorstel zal worden gedaan.
De voorzitter begrijpt dat de heer Jager bedoelt dat hij op de hoogte
wil zijn vau de binnengekomen aanvragen en dat ze in behandeling komen
nadat het college er een advies over heeft gegeven.
Wethouder Verkouw vindt dat dit alleen voor de tussentijdse aanvragen
geldt, want daar is een bepaalde regel voor. Er is aan de gesubsidiëerde
instellingen medegedeeld dat ze voor 1 juni met de begroting en de reke-
ning enz. moeten komen en dan is het toch zeker niet de bedoeling dat al
deze subsidies in de commissie gebracht moeten worden.
De heer Jager zegt dat zijn vraag aileen de tussentijdse aanvragen be-
treft.
De voorzitter zegt toe dat het college dit zal bespreken.
Punt 17.
De heer De Buiter merkt op dat er ook ditmaal weer een groot aantal
aanvragen voor subsidie van sportverenigingen ter tafel liggen en ook
gisteravond is al over subsidiëring van de sport gesproken. Met name in
V.V.D.-kring heersen daarover bepaalde opvattingen die niet geheel de
zijne zijn. Men spreekt over de wijze van subsidiëring, of dat wel door de
sportstichting mag gebeuren. Spreker is persoonlijk van mening dat alles
wat de sportstichting doet toch feiteiijk door het college wordt gedaan,
omdat het college de tarieven vaststeit van de terreinhuur en dergelijke
zaken meer, dus dat het niet zo principieel is ais het op het eerste gezicht
lijkt, maar wat spreker veel meer zorg geeft is de naar zijn gevoel vol-
komen willekeurige manier, waarop aan sportverenigingen die door welke