17 december 1971 415 kader ook niet deze vragen zal moeten gaan beantwoorden. Of we niet los zullen moeten komen van het volkomen incidenteel behandelen van deze vragen, en spreker wil voorstellen zijn suggestie over te nemen om op dit moment de subsidie van de sport te laten voor wat zij is en ook van de voorliggende voorstellen en bij vraag 28, en niet in deze ver- gadering van de raad, maar op een moment dat een nota daarover ver- schijnt, om er op dat moment nog eens dieper op in te gaan en te bezien op weliie wijze een zinvolle subsidiëring van de sport tot de mogelijkheden behoort. De heer Jager wil zich van harte aansluiten bij het betoog van de heer De Ruiter. Hij had daar zelf ook iets over willen zeggen, maar hij laat dat achterwege, spreker meent dat de heer De Ruiter dat uitstekend ver- woord heeft. Hij Wil alleen nog even ingaan op de kwestie van „De Bran- ding", hier wreekt zich het feit dat hij bij de behandeling van het vorige punt heeft geconstateerd, dat de raad niet met het subsidieverzoek van „De Branding" op de hoogte is geweest, en dus niet heeft kunnen beoor- delen in hoeverre de afwijzing van het college terecht of ten onrechte is geweest. Spreker zou daarom wlllen vragen deze zaak te heropenen. Spreker wil niet zeggen dat „De Branding" nu al gesubsidieerd moet wor- den, dat kan hij niet beoordelen op dit moment, maar hij zou de zaak willen heropenen en dit in de commissie voor sociale zaken of culturele zaken aan de orde stellen. Wethouder WiUemse zegt dat de heer De Ruiter in luttele minuten zoveel punten aantipt dat spreker meent dat het stof te over geeft voor een brede en langdurige discussie. Waar hij zelf even attendeert op vraag 28, waarbij het college toezegt een nota te doen verschijnen over de sub- sidies, gelooft spreker dat een aantal aspecten die de heer De Ruiter nu heeft genoemd, ook zeer zinnig als basis kunnen dienen bij het samen- stellen van deze nota. Een enkel punt zou spreker hier tooh op willen zeggen, met name eerst het laatste, dat spreker toch wel een groot be- zwaar heeft om op dit moment de gevraagde subsidies voor deze ver- enigingen uit te stellen tot de behandeling van deze nota. Het samen- stellen van deze nota met alle aspecten die genoemd zijn, gisteravond door de heer Van den Briel, nu vanmorgen weer door de heer De Ruiter, zal, meent spreker, toch wel even tijd vergen, dat zal nog wat studie, in- formatie en wat dies meer zij kosten, en daarmede zouden we de be- treffende verenigingen toch wel in een moeilijke positie plaatsen. Deze verenigingen zitten op het ogenblik in grote financiële moeilijkheden en spreker acht het gewoon niet verantwoord deze verzoeken om subsidie uit te stellen tot de behandeling van deze nota. De heer De Ruiter heeft o.a. gevraagd of men ruitersport, zeilsport, autorensport moet subsidiëren. Spreker meent in het algemeen te mogen stellen, dit is zijn persoonlijke mening, dat een subsidie aan sport verantwoord is, op hetzelfde mo- ment dat hier de jeugd bij betrokken is. Spreker meent dat een duidelrjk onderscheid is te maken tussen de subsidieverlening aan een sportver- eniging, waarvan het merendeel van de leden uit jeugd bestaat en aan een sportvereniging waarvan de sport voornamelijk door volwassenen wordt bedreven. En om een extreem voorbeeld te geven, spreker denkt dat het wel een hele tijd zal duren voordat spreker persoonlijk zo ver is dat hij subsidie aan de autorensport zal bevorderen, terwijl hij helemaal geen moeite zou hebben om aan een jeugdponyclub of een jeugdruiterclub, wanneer die in Heemstede zou bestaan en wanneer bleek dat dit een be- langrijke fuctie ook in de recreatieve en in de sportbeoefening zou heb- ben, om wanneer dan een gemotiveerd subsidieverzoek zou komen, daar een subsidie voor te bevorderen. Moet men topsport financieren is ge- vraagd, spreker meent dat dit in bepaalde omstandigheden wel kan, omdat het bevorderen van topsport in de breedte kan werken. Dit kan stimu-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 25