17 december 1971
421
dat er een bepaald deel van het gemeentegebied niet gecultiveerd, niet
bebouwd wordt. Spreker kan zich volkomen verenigen met wat het college
zegt en wil dan ook beslist vragen om het karakter van de gemeente ten
sterkste te beschermen. Verder meent spreker dat wat glsteravond gezegd
is over het voorbereiden van de inwoners op het ogenblik dat niet eens
zo ver meer af zal zijn dat er geen toevoeging en vermeerdering van de
bevolking meer verdragen kan worden, dat heel duidelijk gesteld moet
worden.
Wethouder Van Wijk zegt dat allen het er wel over eens zijn dat Heem-
stede het eigen karakter moet bewaren, niet uit egoïsme, maar omdat de
gemeente geen gemeente meer is als er niet voldoende groen meer aan-
wezig is; dat is wel een levenseis, zoals ook gisteravond reeds is opge-
merkt. Het de heer Van den Briel is spreker het volkomen eens dat het
geen ideaai kan zijn om de gemeente helemaal vol te bouwen en men zal
deze realiteit onder ogen moeten zien. Wat natuurlijk nog wel als een uit-
daging open blijft dat is de wijkverbetering en spreker kent enkele van
zulke wijken, die daarvoor in aanmerking komen. Of spreker dat nog
actief zal meemaken weet hij niet, maar de Indische buurt opknappen
lijkt hem een heerlijke zaak, om daar nu eens een wijk van te maken met
groen, enz. Spreker meent dat daar nog een mooie opgave ligt en daar
zal ongetwijfeld eens aan begonnen worden. Ook bij het Res Novaplein
kan veel gebeuren. Er blijft nog genoeg over om Heemstede nog bewoon-
baarder te maken dan het reeds is.
Punt 25.
De heer Van Tongeren zegt dat gisteravond reeds ter sprake is gebracht
dat met de onteigeningsprocedure voor het terrein aan de Glipperdreef
haast moet worden gemaakt en daar is meer voor nodig dan het be-
stemmingsplan zoals de stedebouwkundige dat maakt. Daar is een uit-
voerig pro.gramma van eisen voor noodzakelijk en daar is ook een exploi-
tatiebegroting bij nodig. Spreker zou deze punten, voordat de stedebouw-
kundige klaar is, al uitvoerig in de commissie willen laten behandelen.
Wethouder Van Wijk merkt op in de eerste plaats dat er een program-
ma van eisen destijds is opgesteld, doch dat dit voor de onteigening niet
nodig is. Er is zeer algemeen een vlekkenplan nodig en daar wordt hard
aan gewerkt. Het is geen eenvoudige zaak om te bepalen wat ter plaatse
mag, wat daar kan en wat men daar wil; het plan zai zeer spoedig naar
spreker mag aannemen afkomen, waarna verder gewerkt kan worden,
hetzij na onteigening, hetzij dat andere wegen zullen worden gevolgd.
De heer Van Tongeren brengt de discussie in de commissie openbare
werken ter sprake waarin werd gesteld dat ook een exploitatie-begroting
nodig is voor een onteigenings-procedure. Met de voorbereiding kan men
niet vroeg en uitvoerig genoeg zijn.
Punt 26.
De heer De Ruiter ontgaat het waarom het jaar, waarin de boerderij
aan de Herenweg zou worden ontruimd, van belang is voor de vraag wat
de bestemming zal zijn voor dit terrein, welke relatie daar tussen ligt.
De relatie waarom het verstandiger is een beslissing uit te stellen tot het
tijdstip van de ontruiming ontgaat hem ook. Spreker meent dat als de
raad het er over eens zou zijn dat het gewenst is om de aansluiting van
de Dinkellaan op de Rijnlaan achterwege te laten, en daar nog een bouw-
terrein te vormen dat dit best nu kan worden uitgesproken en dat de wij-
ziging van het uitbreidingsplan in deze zin zou kunnen worden voorbe-
reid, waartoe spreker het college van harte uitnodigt.