17 december 1971
431
seerd worden". Het colleg-e heeft zojuist van de heer Van Tongeren ge-
hoord dat er ook andere mogelijkheden zijn en betere, spreker heeft ge-
hoord dat ook de heer Van den Briel deze kant op gaat denken, daar is
spreker blij om, maar dat ,,t.z.t." zal toch hoopt spreker wel in een zodanig
stadium plaatsvinden dat inbreng nog zinvol kan zijn.
Wethouder Van Wijk meent dat het enthousiasme van de heer Van
Tongeren toch ook wei iets verkwikkends heeft en wanneer hij zijn fan-
tasie zo laat gaan, dan zegt spreker dat hij gaarne wil meespelen met
schoenendozen en de andere door hem genoemde ingrediënten. Maar aan
de andere kant moet spreker toch ook zijn taak zien alsmede de taak
van het college, dichter bij de realiteit. De heer Van Tongeren kan nu wel
zeggen: ,,het is onze Binnenweg", maar het is in de eerste plaats de Bin-
nenweg van 1000 eigenaren die duizend rechten hebben. In de tweede
plaats is het zo dat wanneer een eigenaar een eigendom heeft binnen een
bestemmingsplan, hij zelf iets mag realiseren ais het conform het be-
stemmingsplan is. Spreker kan zijn schoenendoos zetten zoals hij wil,
maar als de eigenaar niet wil meewerken, dan gebeurt het eenvoudig niet.
We hebben ook te maken met het verkeer, met de wensen van de N.Z.H.,
we hebben te maken met de wettelijke bepalingen, o.a. met de wet op de
ruimtelijke ordening, enz. Dat is natuurlijk een heel andere zaak dan zo
speels bezig zijn met de fantasie. Nu behoeft het een het ander zeker niet
uit te sluiten. Wanneer er ideëen komen van buitenaf dan lijkt het spreker
niet alleen de taak van het college om dat te organiseren; dat is mede
de taak van de enthousiastelingen, van de scholen, van de winkeliers. Het
zal echter niet meevalien. Recentelijk heeft spreker op dit terrein nog
ervaringen opgedaan; wanneer men probeert een weg te verbeteren, waar-
aan enkele winkeliers hun nering hebben dan moet men eens zien hoe
ludiek men dan wordt en hoe plezierig en fantastisch het er dan alle-
maal pleegt toe te gaan. Spreker is van mening dat men nuchter en
reëel moet blijven, de fantasie en de visie zijn nodig, maar ook is nodig
de toepassing van wettelijke bepalingen en die zijn nu eenmaal zoals ze
zijn, en het is niet aan de raad om deze te veranderen. De raadsleden
hebben gelijk als ze graag termijnen willen horen, hoewel deze natuurlijk
relatief zijn. Met betrekking tot het verkeersonderzoek heeft het college
ruim een paar maanden geleden medegedeeld dat dit onderzoek ongeveer
6 maanden mag duren, dus de raad kan uitrekenen dat dit onderzoek
omstreeks 1 april wel rond zal zijn. De uitkomsten van het verkeers-
onderzoek worden verwerkt in de plannen die het college heeft. Het
college stelt zich voor om te komen met een zeer globaal plan, niet al te
gedetailleerd, ook niet wat betreft de winkels, en andere inrichtingen.
Als men daar nu al aan begint dan gaat men veei te ver. Er blijft dus
veel open en via de visie, de fantasie en vooral ook via de mogelijkheden
die er zijn, komen later de details in dat plan. Ook spreker hoopt dat er
geen vierde voorbereidingsbesluit nodig zal zijn. Velen ondervinden be-
zwaren wanneer er een bestemmingsplan in voorbereiding is, hoewel het
college soepel zal zijn bij het beoordelen van bepaalde individuele plannen,
omdat het college wel inziet dat men niet revolutionair alles kan „aus-
radieren" en dan kan gaan spelen met de dozen. Zelfs bij de Binnenweg
zal dat niet kunnen. De heer Van Tongeren zoekt dus een compromis
tussen de wet en het speelse en de fantasie. Wanneer hij zegt dat er ooit
beweerd zou zijn dat er experimenteel gebouwd is in Heemstede, dan
dacht spreker dat dit niet juist is. Wanneer hij daarbij op een bepaald
interview doelt, dan zegt spreker dat daarbij juist is gezegd dat niet
experimenteel gebouwd is, maar dat het college wel vrij veel aangedurfd
heeft, en dat dit naar de mening van het college ook niet mislukt is. Aan
alle kanten wordt gevraagd naar inspraak, spreker vindt dat uitstekend.
Het standpunt van het college is dat twee meer weten dan één, en dat is
een waarheid die blijft gelden.