17 december 1971
ming, waarvan men kan zeggen dat het voor de raad een ongriipbaar
vraagstuk îs en dat leidt snel tot een sympathieke houding ten opzichte
yan behuurbelastmg enerzijds en huursubsidie als component anderzijds.
dat brengt spreker tot het punt dat gisteravond al even kort werd
aangeroerd dat het oude woningbezit toch zo fundamenteel belangriik is.
En daarom heeft spreker er ook zo'n moeite mee dat er op de vragen rond
hfi ^nm^kart°theek Z° weinig is ingegaan. Spreker merkt voortdurend
fL t college een meer dan duidelijke weerstand tegen deze instelling die
vanuit de raad zo van harte gepropageerd is. Juist omdat de bouw van
meuwe wonmgen buiten het bereik van de laagstbetaalden komt, daarom
te meer klemt de eis van een woningkartotheek, een registratie van deze
on w h 1 colleg:e heefide raad een n°ta toegezegd en daarom zal spreker
p het hele punt van de woningkartotheek niet ingaan, maar het heeft
spreker wel verbaasd dat het college daar meer dan een jaar voor nodig
heeft en dat het met een simpel briefje aan de Nationale Woningraad, al-
thans een fhnke hoeveelheid basisgegevens in handen had kunnen krijgen
fT Va<? sPreker meent een week. En dat geeft toch wel enigs-
ri rnmhw™11' sPreker w,l er met bijzonder veei kiem op aandringen dat
t probleem wordt aangepakt, en dan niet met een vooroordeel van het
^°°Wel eens duur wanf julst omdat op het gebied van de sociale
woningbouw, de problemen in de nieuwbouw zo eindeloos groot worden
onoplosbaar groot, des te meer moet de aandacht juist gegeven worden
aan de registratie van het oude, het behoud van het oude en het doelmatig
thppf °Ude' En daarom meent spreker dat een woningkarto-
is rtnln R-f toekomsf- zeker als men ook nog in de gemeente uitgebouwd
is, een volstrekt onmisbaar element voor een goed beleid is geworden.
öpreker wil tensiotte nog vragen naar een antwoord op vraag 74, hetwelk
spreker werkehjk met de beste wil niet heeft kunnen begrijpen. Het gaat
namelijk over de Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen die
contact zou hebben gehad met het gemeentebestuur van Haarlem over een
yestigingsregeling voor koopwoningen. De relatie van vraag en antwoord
heeft sprelrer eigenlijk niet kunnen leggen en spreker zou graag klaar-
heid daarover ontvangen.
v„Ee. Q7C1erH,It'll,CkerüZefîtl dat ter geIeS"enheid van de begrotingsbehandeling
van 1971 de heer Brandsma, zyns inziens zeer terecht, reeds heeft gezegd
dat het gehele wonmgvraagstuk een aanklacht tegen onze samenleving is
Een inesle zaalt, maar spreker dacht dat het een zaak was die zich meer
op het landelijk, dan op het strikt-regionale vlak bewoog. Voorzover wii
m onfe algemeenheid kunnen beoordelen is het beleid dat hier in deze ce-
meente door het college gevoerd wordt, toch zeer zeker acceptabel en komen
de meeste bevolkingsgroepen althans redelijk aan hun trek. Behalve
de heer De Ruiter heeft daar ook al op gedoeld die bevolkingsgroep die
aanspraak maakt of moet maken op de eenvoudige oudere woning En
Wafrom komen die oudere woningen op een gegeven moment niet beschik-
aar Om de eenvoudige reden dat er nog al wat aan mankeert en dat het
doorstrommgselement belangrijk minder goed functioneert als zo-
WeI net c?llef.e als de raad wel graag zouden wensen. Spreker meent dat
betrekkehjke onbekendheid van een groot deel van het publiek ten
aanzien van huursubsidie, een tegemoetkoming in verhuiskosten, en wat
dies meer zij er mede oorzaak van is dat men toch feitelijk niet eens door-
denkt, en zeker ook niet bereid is om welwillend te overwegen naar een
duurdere woning te vertrekken. Redenen waarom spreker het college in
overwegmg zou willen geven om nog eens na te gaan of het wellicht niet
mogelijk is op een efficiënte wijze, spreker denkt aan een circuiaire of aan
een ef.tr.a mededelmg m de plaatselijke pers, nog eens te attenderen op de
potentiele mogelijkheden die er bestaan en dat er voor diegenen waarvoor
^niil°geretî1UUr Wat bezwaarliJk is, toch in ieder geval nog een bepaal-
tegemoetkommg van overheidswege mogelijk is. Een euvel wat in het