17 december 1971
457
agglomeratie is terechtgekomen, o.a. 25 in Haarlem. Een stukje doorstro-
ming van 10 huurwoningen heeft het college thans in haar toewijzings-
beleid in de komende tijd te betrekken.
De heer Van den Briel vindt dat de wethouder de zaak duidelijk heeft
gesteld, spreker zal de zaak daarom ook duidelijk stellen. Het bestuur van
de gemeente berust bij de raad, en als de raad de algemene mening heeft
uitgesproken dat hij graag een woningkartotheek zou willen hebben, en
die wens blijkt overbodig of misschien niet adequaat te zijn, dan berust
de verantwoordelijkheid voor misschien die onnutte opstelling van die kar-
totheek bij de raad. Spreker gelooft dat als hier een duidelijke uitspraak
van de raad is geweest, als de raad die woningkartotheek nuttig acht en
die graag wil hebben, dat dan van het college verwacht mag worden, dat
die wens uitgevoerd wordt, tenzij met heel duidelijke voorbeelden en heel
duidelijk stellen blijkt, dat de woningkartotheek inderdaad een nadeel is.
Spreker meent dat de raad dan verantwoordelijk blijft voor deze wens.
Spreker wil niet zeggen dat het college die wens heeft op te volgen, maar
hij meent toch dat het een heel redelijke eis was van de raad aan het col-
lege om aan die wens te voldoen.
De heer De Buiter wil de woorden van de heer Van den Briel gaarne on-
dersteunen, en de rest van zijn opmerkingen bewaren totdat de nota over
de woningkartotheek is verschenen.
De heer Van Xongeren heeft genoten van de algemene beschouwing van
de heer Van der Hulst op dit punt. Hij wil daar gaarne adhesie aan be-
tuigen. Spreker heeft het idee dat ook de heer Van der Hulst niet hele-
maal beantwoord is en spreker vraagt zich af of het niet zinnig is om in
de commissie voor de volkshuisvesting over een paar maanden een keer
één agendapunt gewoon vrij te laten voor een soort algemene beschouwing
over dit punt, zodat men niet elke keer op de rondvraag behoeft te wach-
ten.
De heer Van der Hulst wil gaarne enkele zaken concretiseren. Door de
veelheid van woorden zijn er enkele zaken enigszins weggevallen. Een
summier antwoord of een verwijzing naar een mogelijke komende com-
missievergadering zou misschien wel voldoende zijn. In de eerste plaats
het verhaal over de te dure woningen. De wethouder heeft gemeend de
zaak te kunnen beantwoorden met gewoon enkele andere vergelijkingen te
trekken, dat is natuurlijk een handigheid die spreker hem niet kan ont-
zeggen, maar waar spreker geen genoegen mee kan nemen. Spreker heeft
hier een concrete zaak voor ogen, een concreet voorbeeld en spreker meent
dat hier jaren lang de indruk bestaat, spreker zegt duidelijk de indruk
bestaat, dat Heemstede te duur bouwt. Het college heeft, zo meent spre-
ker, de taak die indruk weg te nemen. Dat kan door op eenvoudige wijze
de commissie of de gehele raad te informeren over het feit dat er nu 2
zaken zijn vergeleken, zaken die op een steenworp afstand van elkaar lig-
gen. Daar moet het college niet omheen gaan door te zeggen dat het in
Schalkwijk een flat weet die veel duurder is dan een eengezinswoning in
Heemstede. Spreker wil geen flat met een eengezinswoning vergelijken,
spreker vergelijkt eengezinswoningen in de premie-sector met elkaar,
daar wil spreker heel concreet een antwoord van het college over hebben.
Wat betreft de huursubsidie heeft de wethouder eigenlijk met dezelfde
woorden de wethouder vindt spreker misschien vandaag in een wat som-
bere stemming, dat is mogelijk, dat klaart misschien vanavond wel weer
wat op als verleden jaar gezegd: we zijn actief, we volgen de zaak
nauwkeurig en we zullen al het mogelijke doen om tot een huursubsidie te
komen, iedere aanvraag die tot ons komt zal serieus behandeld worden.
Dat is wat de wethouder heeft geantwoord, althans in deze zin. Spreker
heeft iets heel anders gevraagd, hij heeft gevraagd of de wethouder in