468
17 december 1971
nieuwe gegevens naar voren gekomen. Persoonlijk zou spreker er meer
voor voelen om deze zaak te behandelen in de volgende raadsvergadering
Er komt dan een afzonderlijk voorstel tot vaststelling van het bedrag per
leerling op de agenda en dan is deze zaak voldoende uitgediept. Spreker
heeft begrip voor de argumenten die naar voren zijn gebracht, maar om
dit zonder meer over de tafel te beoordelen vindt spreker te lichtvaardig
om daar zijn stem aan te verbinden.
De voorzitter acht het voorstel van de heer Verkouw heel zinnig, want
inderdaad komt in de volgende raadsvergadering de vaststelling van het
bedrag per leerling aan de orde. Spreker stelt voor deze beraadslaging od
te schorten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten.
olgno. 26.010. Uitgaven als bedoeld in art. 13 der Lager-Onderwijswet
1920.
Punt 99.
Mevrouw Diel kan met het eerste gedeelte van het antwoord geheel
meegaan, omdat haar bij nadere informatie ter ore is gekomen dat in-
derdaad het vervoer per taxi veel hoger in kosten is dan het vervoer zoals
dat op het ogenblik gaat. Maar wat het tweede gedeeite van de vraag be-
treft wii zij terugkomen op de vergoeding voor het vervoer van kinderen
naar het buitengewoon iager onderwijs te Haarlem. De vergoeding wordt
in Heemstede afhankelijk gesteld van het inkomen van de ouders. Dit
lijkt haar fractie een onjuiste zienswijze, zij vindt dat ook deze ouders in
aanmerking zouden moeten komen voor kosteioos onderwijs. In Heemstede
kunnen we nu eenmaal geen schoien bouwen voor het buitengewoon lager
onderwijs, dat betekent dus dat deze kinderen voor dit soort scholen naar
Haarlem moeten. Spreekster vraagt dan ook waarom deze ouders wel kos-
ten moeten maken, en de ouders die in Heemstede wonen en waarvan de
kinderen het gewone lager onderwijs bezoeken, niet. Daar komt nog bij
dat het voor de gemeente eigenlijk een heel kiein bedrag betreft, het zijn
nameiijk volgens een lijstje, dat haar is overgelegd, 52 kinderen. Een bus-
abonnement kost 15,per kind dus dat betekent 936,Ondanks art.
13 van de Lager-onderwijswet 1920, waarmee zij op de hoogte is, zijn er
toch veel gemeenten die Heemstede hierin zijn voorgegaan. Spreekster
zou graag wilien weten hoe de wethouder hierover denkt.
Wethouder Van Ark wil er in de eerste plaats op wijzen dat er in arti-
kel 13 van de Lager-onderwijswet 1920 gezegd wordt, dat een tegemoet-
koming gegeven kan worden in de vervoerskosten, met andere woorden,
hier is dus reeds van uitgegaan bij de wet dat dit onderwijs niet gratis is
voorzover het het vervoer betreft. Verder acht spreker het wat overdre-
ven om in alle gevallen vergoeding te geven, dus ook wanneer ouders deze
kosten heel gemakkelijk kunnen betalen, dus een inkomen hebben dat der-
mate hoog is dat het geen enkel probleem oplevert voor die mensen. Om
dan toeh te zeggen dat de gemeente de vervoerskosten dan maar moet
betalen, acht spreker geen juist standpunt. Als er financiële nood is, kan
er een tegemoetkoming worden gegeven, dus spreker is van mening dat
dit alleen gaat als het inkomen van de ouders daartoe dwingt.
Mevrouw Diel kan zich toch voorstellen dat voor gezinnen die een in-
komen hebben van 12.000,tot 20.000,een maandelijkse uitgave van
15,per maand, toch bezwaarlijk zou kunnen zijn. Men kan voor dat
geld de kinderen ook iets anders laten doen, b.v. muziekles iaten nemen,
dat zou anders daarvoor moeten wijken. Spreekster wil in overweging ge-
ven om het inkomen, waarvan afhankelijk is of men een tegemoetkoming
krijgt, hoger te stellen.