17 deeember 1971
469
Wethouder Van Ark zegt nogmaals dat als de ouders daartoe in staat
zijn, het redelijk moet worden geacht dat zij de vervoerskosten dan zelf
betalen. Spreker acht dat een volkomen reële en acceptabele zaak. Men
kan dan zeggen moet het 12.700,zijn; indien het zwaar lichamelijk ge-
handicapte kinderen betreft, is de grens van f 25.000,aangehouden. Men
zit natuurlijk altijd met een grens, en een grens is nooit juist. En natuur-
lijk kan iemand die het geld uitgeeft voor vervoerskosten van zijn kind,
dat geld niet uitgeven voor iets anders, zo ligt het bij een ieder.
Mevr. Diel heeft over deze zaak een voorstel dat iets anders is dan zij
in eerste instantie heeft gezegd. Het voorstel dat spreekster in petto heeft
vraagt namelijk om de vervoerskosten te vergoeden onafhankelijk van het
inkomen van de ouders. Dat is dus iets anders dan zij in eerste instantie
heeft gevraagd, waarbij zij vroeg de grens van het inkomen hoger te stel-
len. Zij heeft namelijk bemerkt dat er wettelijke bezwaren bestaan tegen
het los maken van het inkomen. Zij meent echter dat er veel gemeenten
zijn die zich door dat wettelijk beletsel niet laten weerhouden om een ver-
goeding te geven in de geest zoals spreekster voorstelt. Die gemeenten
zijn er dus kennelijk al van overtuigd dat deze wet niet helemaal meer
juist wordt geacht en nemen dus wel de vervoerskosten ongeacht deze
wet op zich.
De voorzitter vraagt of het billijk is dat de vervoerskosten vooral
voor de zwaar gehandicapten vormt dat duidelijk een extra zware belas-
ting voor de ouders, dat geldt natuurlijk voor het buitengewoon lager on-
derwijs toch al meer dan het gewoon lager onderwijs helemaal los ge-
koppeld worden van de financiële draagkracht van de ouders. Spreker
vraagt mevr. Diel of ze zo ver in haar voorstel wil gaan.
Mevr. Diel wil haar voorstel iets veranderen. Een inkomen van
f 12.700,vindt zij niet hoog, en voor dergelijke inkomens vindt spreek-
ster een uitgave van 15,per maand een moeilijke uitgave. Zij dient
daarom een gewijzigd voorstel in.
De voorzitter zegt dat het een regeling is die door burgemeester en
wethouders wordt behandeld, zodat het voorstel van mevr. Diel een ver-
zoek aan het college inhoudt. Het voorstel van mevr. Diel wordt ondersteund
door de heren Brandsma en Van Tongeren en luidt als volgt: ,,Ondergete-
kenden stellen B. en W. voor de vervoerskosten voor kinderen, die het
B.L.O. te Haarlem bezoeken, voor rekening van de gemeente te nemen, in-
dien het netto-inkomen van de ouders minder dan 25.000,bedraagt".
Spreker constateert dat is een persoonlijke kanttekening dat kenne-
lijk welbewust zo is geformuleerd dat er netto 25.000,staat, hetgeen
een interessant inkomen inhoudt, waarbij men dan toch tegemoet wil ko-
men in de vervoerskosten.
Spreker zegt dat het college zich dan toch afvraagt of de groep, die de
voorstellers op het oog hebben, en dat is dus duidelijk de groep die wordt
getoetst aan het bedrag van maximaal netto 12.700,niet moet wor-
den bezien in de lijn van de hele regeling en in de lijn van het verschil
met die andere zeer ernstige groep gehandicapten. Spreker vraagt of de
voorstellers er voor zouden kunnen voelen en dat wordt dan een voor-
stel van het college om het bedrag te stellen op netto 18.000,
Spreker constateert dat de raad hiermede akkoord gaat en stelt vast
dat dus is besloten om het in het antwoord van het college op deze vraag
genoemde maximale netto inkomensbedrag van 12.700,te verhogen tot
een maximaal netto inkomensbedrag van 18.000,