17 december 1971 471 De heer Jager kan zich voor een groot gedeelte bij het betoog van de heer Rücker aansluiten, maar wil er nog iets aan toevoegen. ,,Ipenrode" heeft toen het ter beschikking kwam om verkocht te worden, wel degelijk een onderwerp van bespreking uitgemaakt naar sprekers informatie luidt bij de provincie, wat betreft de aankoop daarvan. En ,,Ipenrode" staat nog op de lijst van de provincie om aangekocht te worden, alleen en dat is het grote probleem, de provincie zegt dat het haar veel te duur is. En dat komt met name door het zeer goed onderhouden gebouw. De provincie ziet namelijk als haar taak niet zozeer het aankopen van buitenplaatsen wat betreft de gebouwen die daarop staan, als ze daar geen emplooi voor we- ten te vinden, maar wel het behoud van de terreinen die er omheen liggen, uit een oogpunt van natuurbehoud en dergelijke. Nu is spreker gebleken dat het zeer wel mogelijk is dat de provincie bereid zal zijn de kosten voor het aankopen van het terrein rond „Ipenrode", en de jaarlijkse exploitatie daarvan, dus het onderhoud, voor haar rekening te nemen, als Heemstede, eventueel in samenwerking met anderen, de aankoop van het gebouw en de exploitatie daarvan, voor haar rekening zou willen nemen. Daarbij wil spreker tegelijk verwijzen naar vraag 104, waar zijn fractiegenoot Van Tongeren op in zal gaan, namelijk de suggestie om eventueel in ,,Ipen- rode" een grafisch centrum te vestigen, waarvoor Heemstede het initiatief zou kunnen nemen, eventueel met steun van grafische bedrijven. Samen- vattend wil spreker zeggen dat er dus mogelijkheden liggen, en spreker zag graag dat het college met de provincie in overleg zou treden om te bezien, in hoeverre deze mogelijkheden in de nabije toekomst gereali- seerd zouden kunnen worden. Wethouder Van Wijk zegt dat wat betreft de opmerking van de heer Rücker spreker er wel van overtuigd is dat met betrekking tot de be- stemmingsplannen voldoende waarborg kan worden geboden tegen het ongewenst bebouwen en gebruiken van de buitenplaatsen. En spreker neemt niet aan dat de wetgeving op dit punt soepeler zal worden, integen- deel, spreker meent te mogen verwachten dat de wetgeving nog wat strakker zal worden. Spreker is nooit ter ore gekomen dat ,,Ipenrode" te koop was; op een gegeven ogenblik heeft hij wel gehoord dat het verkocht was, hoe het verkocht is en hoe dat lag, en ook welke moeilijkheden daar wellicht uit te verwachten waren. Het college gaat er naar sprekers ge- voelen terecht van uit, dat het in de eerste plaats een taak van de provin- cie is landgoederen aan te kopen en wanneer er nu eens een combinatie gemaakt zou moeten worden en alles is verder redelijk en niet al te spe- culatief, dan meent spreker wel namens het college te spreken als hij zegt dat het voor onderhandelingen echt nog wel in is. Als dat allemaal op redelijke basis gebeurt en het college niet mee hoeft te doen in een wilde run naar hoge prijzen, dan is het college daarvoor in en het college zal de verdere gang van zaken uiteraard met belangstelling volgen en zonodig toeslaan als er wat redelijks te doen valt in dit opzicht. Maar veel zorgen met betrekking tot het gebruik van een landgoed gelooft spreker niet dat de heer Rücker behoeft te hebben. Voor een goede vestiging ter plaatse staat het college ook open, het kan wel nuttig zijn dat landgoederen ge- bruikt worden en gebouwen niet vervallen. Dat is een zaak waar een ge- meentebestuur achter kan gaan staan. Misschien dat als de ISK nog eens tot verder leven komt dan in gezamenlijk overleg en met gezamenlijke krachten en inspanning deze taken ter hand genomen kunnen worden. Wethouder Verkouw weet niet of de heer Van Wijk zo ver wil gaan om te zeggen dat hier wat die buitenplaatsen betreft een zeker samenspel is tussen provincie en gemeente, dat men samen in Haarlem om de tafel heeft gezeten en dat het dus helemaal niet zo is dat ieder op zijn eigen houtje handelt, maar dat hier werkelijk van een samenspel sprake is en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 81