w. ai
17 december 1971
477
De heer Kettenis vraagt het college of het niet mogelijk is om hier een
tijdelijke proef van te maken, dat wil zeggen dat dit een jaar gedaan
wordt, om te kijken of er als gevolg van het ingediende voorstel van de
heer Jager c.s. een grotere interesse zal blijken of dat er geen verschil is.
Wethouder Verkouw is van mening dat dit gewoon geverifieerd kan
worden aan het einde van het jaar, er is altijd een mogelijkheid voor de
raad om van het besluit terug te komen.
De heer Kuiper vindt het niet op zijn plaats dat alles maar gratis ter
beschikking wordt gesteld, want dan bestaat de mogelijkheid dat men
vandaag of morgen de boeken in park Groenendaal terug moet halen.
De heer Van Xongeren vindt het belangrijke van dit voorstel om kinde-
ren beneden 14 jaar vrijstelling te geven van betaling, dat al het onder-
wijzend personeel kan zeggen tegen de kinderen dat ze alle boeken kun-
nen krijgen in de bibliotheek en ze niet eerst een kaart hoeven te hebben,
er behoeft geen 2,50 betaald te worden, ze kunnen zo naar de bibliotheek
gaan en dat vindt spreker een belangrijk aspect.
De voorzitter brengt thans het voorstel van de heer Jager c.s. in stem-
ming.
Uit de gehouden stemming blijkt dat het voorstel is verworpen met 6
tegen 15 stemmen.
Vôör het voorstel stemden de heren Kettenis, Verkouw en Brandsma,
mevr. Diel en de heren Van Tongeren en Jager.
Volgno. 27.030. Uitgaven in verband met het historisch aanzien der ge-
meente.
Punt 109.
Mevr. Snoep zou het erg spijten als „De dorstige kuil" afgebroken werd.
Zij heeft nagegaan hoe lang het geleden is dat de Vereniging voor Protes-
tants Christelijke Scholen het terrein gekocht heeft met de bedoeling om
het pand op de duur af te breken, dat was namelijk in 1948. Zij gelooft
wel dat in de loop van de tijd de mening over wat wel en niet afgebroken
kan worden en moet worden, enigszins gewijzigd is. Zij heeft verder ge-
constateerd dat de toestand zoals die nu is, inderdaad niet fraai is, maar
spreekster meent dat dit toch niet onhoudbaar is en al 16 jaar bestaat.
Misschien ziet de vereniging hier toch aanleiding in om het pand te laten
bestaan.
De heer Riicker wil kort reageren op de door het college gegeven toe-
lichting. Spreker zegt dat inderdaad, zoals het college in haar antwoord
opmerkt, in de raadsvergadering van september 1969 de raad in meerder-
heid akkoord is gegaan met het doen slopen van „De dorstige kuil". Toen-
maals heeft spreker opgemerkt, en daar blijft hij nog bij, dat door het
voordien verlenen van een bouwvergunning voor de kleuterschool feitelijk
het doodvonnis voor deze zeer interessante opstal is getekend. Spreker
blijft het toenmalig beleid ten zeerste betreuren omdat met het verdwij-
nen van „De dorstige kuil" wederom een vertrouwd stukje oud-Heemstede
onder de slopershamer zal vallen. „Uitverkoop van eigen romantiek"
noemde een zijner collega's in de Zandvoortse raad onlangs een dergelijk
beleid, en met deze gedachte kan spreker het hartgrondig eens zijn.
De heer Van Tongeren merkt op dat het collega-raadslid waar de heer
Rücker over sprak, zijn collega-voorzitter was van de „Vereniging Oud-
Zandvoort". Spreker is blij dat de heer Rücker meevoelt met deze zaak.
Spreker vindt het jammer dat het college zo maar in september een brief
heeft geschreven die gegrond is op een raadsbesluit van 1969, dat is een
lange tijd geleden. Sinds die tijd is de raad verjongd en zijn de ideeën ver-
anderd. Maar spreker weet dat er op andere terreinen lichamen bezig zijn