484
17 december 1971
De heer De Ruiter merkt op dat in de eerste plaats door het college is
toegezegd, dat de middagpauze zou worden benut om te zoeken naar een
antwoord op een door hem gestelde vraag met betrekking tot de bailotage.
Dat antwoord wil hij nu graag vememen. Hij zou het het college niet
kwahjk nemen als het geen antwoord had kunnen veroveren, want uitein-
dehjk îs met iedereen op het door de raad gewenste moment ter beschik-
kmg. In verband daarmede zou spreker willen voorstellen om de subsidie
voor de sportorganisaties, zoals opgenomen in het voorstel van het college
spreker stelt met nadruk dat wat hij nu gaat zeggen, dus geen betrek-'
king heeft op de andere voorgestelde subsidies om die besluiten op te
schorten, totdat de nota van het college in ruimer verband inzake sport-
accommodaties en het brengen van subsidie op de juiste plaats ver-
schenen is.
Wethouder Willemse zegt dat het college de waarde erkent van het in
het gedmg gebrachte aspect van ballotage. Tot dusver is bij het verlenen
van subsidies met dit aspect nimmer rekening gehouden. Het college, ge-
hoord de aanmerkingen hierop, is bereid om bij volgende subsidie-
aanvragen aan de hand van statuten, huishoudelijke reglementen en wat
dies meer zij, ook dit aspect in de beoordeling te betrekken, maar meent
aaarin toch op dit moment niet voldoende aanleiding te vinden om de voor-
iiggende subsidievoorstellen nu terug te nemen.
De heer De Ruiter verbaast zich over de woorden van de wethouder. Het
college stelt dus eigenlijk dat wat door de raad is opgemerkt een groot
waarheidsgehalte bevat, maar dat het college er toch geen aanleiding in
ziet om daar verder in dit geval rekening mee te houden.
De voorzitter: ,,Niet om incidenteel in te grijpen".
Dt heer De Ruiter vindt dat dit juist het probleem is dat hedenmorgen
aan de orde is gekomen. Dit is allemaal incidenteel ingrijpen en daar wil
spreker nu juist van af. En daarom wil spreker er een voorstel van maken,
namelijk om de subsidies op dit moment niet te verlenen, het besluit daar-
°ver en de vorm waarin, uit te stellen totdat de behandeling in breder
verband aan de orde komt, zoals door het college is toegezegd. En even-
tueel wil spreker daar aan toevoegen, in afwachting daarvan, om de ver-
enigingen niet in nood te brengen, een renteloos voorschot van hetzelfde
bedrag te verlenen. Dan heeft de raad principieel de juiste stellingname
ingenomen, meent spreker.
De voorzitter acht dit een vrij vergaand voorstel van de heer De Ruiter
en constateert dat dit voorstel voldoende wordt ondersteund. Spreker zegt
dat dit voorstel nu ook onderwerp van beraadslaging uitmaakt.
De heer Jager sluit zich aan bij de woorden van de heer De Ruiter.
De heer Van den Briel voelt wel voor de argumentatie van het college
dat deze zaak in de toekomst bekeken zal moeten worden. Spreker hoopt
dat ook aan de Kon. Ned. Roei- en Zeilvereniging „Het Spaarne" de op-
vattmgen van de raad over ballotage overgebracht zullen worden, en dat
eventueel nieuwe subsidieaanvragen ook van dezelfde vereniging geheel
opnieuw bekeken zullen worden wat betreft deze ballotagekwestie. Verder
meent spreker dat dit plotselinge ombuigen van het beleid op dit moment
niet juist zou zijn, en spreker is het niet eens met het voorstel van de
heer De Ruiter om deze zaken nu opeens op dit moment anders te gaan
behandelen. Spreker wil er op aandringen dat de raad deze aanvragen door
laat gaan om het bij het gehele nieuwe subsidiebeleid en de kwestie van
de sportstiehting, opnieuw te behandelen.
De heer Rücker wil de gedachten die de heer Van den Briel heeft ont-
wikkeld gaame ondersteunen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat in de
toekomst een gewijzigd voorstel, waarin de principes van de subsidië-