24 27 januari 1972
XVH. Voorbereiding van het bestemmingsplan Binnenweg, Raadhuis-
straat e.o. (volgno. 12)
De voorzitter deelt mede dat de commissies voor volkshuisvesting en
voor openbare werken zich met het voorstel hebben verenigd.
De heer Jager heeft bij de begTotingsbehandeling ook reeds over dit
punt gesproken ten aanzien van een ander voorbereidingsbesluit, namelijk
de kwestie van het gebied ten wes'ten van de Blekersvaart. Spreker heeft
uitgerekend dat dit ondertussen het vierde voorbereidingsbesluit is voor
het onderhavige gebied en spreker heeft toentertijd al gezegd dat hij dat
toch wel een erg hoog aantal vindt. Spreker dringt er op aan om, als het
maar enigszins mogelijk is, dit het laatste voorbereidingsbesluit te laten
zijn voor dit gebied. Spreker vindt het nog steeds enigszins in strijd met
de geest van de Wet op de ruimtelijke ordening om alsmaar voorbereidings-
besluiten te blijven nemen. Aan de andere kant zou spreker ten aanzien
van dit speciale bestemmingsplan ook nog aan het college willen vragen
in welk stadium men op dit moment verkeert en dan met name inzake
het betrekken van de burgerij en zeker de middenstandscommissie van deze
gemeente bij de voorbereidingen van dit plan. Spreker meent begrepen te
hebben dat er van een bepaald gedeelte van het plan, van een heel klein
stukje van het plan, al schetstekeningen zijn gemaakt, die zeker wat de
middenstand betreft een belangrijk onderwerp van gesprek kunnen uit-
maken. Spreker zou dan ook graag willen dat dit zo spoedig mogelijk in de
commissie voor middenstandszaken aan de orde gesteld wordt.
De voorzitter zegt dat het college met de heer Jager van oordeel is dat
het te lang nemen van dit soort besluiten een bevriezing kan betekenen
die grote schaduwzijden heeft en dat wil het college vermijden, voorzover
dat te vermijden is. De heer Jager zal het met spreker eens zijn dat het
een ingewikkelde materie is, waarbij ook het verkeer een grote rol
speelt. De verkeerstelling is nu gehouden en de resultaten daarvan
worden nu verwerkt; zeer binnenkort zal weer een bespreking plaats-
Vinden met de stedebouwkundige, en de middenstand is via de midden-
standsconsulent inmiddels in deze zaak gemengd. Spreker is van oordeel
dat de tijd zeer nabij is dat een bredere kring hierover mee kan gaan pra-
ten om met het college naar de beste oplossing te zoeken. Spreker meent
als hij het goed heeft, dat binnen 14 dagen weer een nadere bespreking
zal plaatsvinden, aan de hand waarvan een soort praatplaat komt. Spreker
heeft ook in de commissie voor openbare werken gezegd dat men vooral
niet te veel waarde moet hechten of een aureool vlechten om gedrukte
zaken en gedrukte woorden; deze lijken meer dan gesproken woorden,
maar ze kunnen vaak veel minder zijn. Meer moet men ook niet zien in
praatplaten; men moet dan stellen, dat zo'n plaat slechts een aanvanke-
lijke gedachte is, maar dat het college altijd openstaat voor een beter
oordeel. Op deze wijze wil het college met een praatplaat komen. Het hoopt
dit zeer tijdig te doen en spreker kan toezeggen dat ook naar de mening van
het college men toe is aan een bredere inspraak in deze zaak.
De heer Jager: „Hoe breed ziet u dat dan, ziet u dat dan in raadscom-
missieverband of nog breder?"
De voorzitter: „Met de raadscommissies en de middenstandscommissie
erbij en kort daarna, naar mijn gevoelen, met alle betrokkenen die ter
plaatse wonen, werken, enz.".
De heer Jager: ,,Ben soort voorontwerpje of zo, wat men op een ge-
geven moment ter discussie stelt?"
De voorzitter: „Dat dacht ik wel".
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.