27 januari 1972
31
De heer Beijen vraagt of het niet mogelijk is om de brief, die zojuist
door de heer Verkouw is voorgelezen, te distribueren. Het gevaar bestaat
namelijk dat de mensen het niet in de krant lezen. Spreker begrijpt dat alle
kranten wel in de bus komen, maar waarom dan ook die tekst niet ge-
distribueerd naast de kranten, apart, dan heeft men de folder wel niet,
maar dan krijgt iedereen tenminste dat verhaal onder ogen, want er zijn
veel mensen die de krant niet lezen.
De heer Nederveen wil nog eens de aandacht vestigen op een gedachte
die de heer Van den Briel terecht heeft genoemd toen hij een goede voor-
lichting mee-ondersteunde. Dat is namelijk de gedachte dat men mede
tot taak heeft evenwicht te houden in de voorlichting. Spreker neemt het
de tegenstanders helemaal niet kwalijk dat zij blrjkbaar goed zijn geëqui-
peerd en dat ze ook de voorpagina's van de pers vinden; nu de datum
1 februari nadert, komen er weer allerlei berichten van de tegenstanders,
wat geëmotioneerd, maar daartegenover mc.'t een goede zakelijke voor-
Iichting worden gegeven, dan is die zaak in evenwicht en spreker vindt
dat een gemeente als Heemstede, die overgaat tot fluoridering van het
drinkwater, dan ook verplicht is om dat evenwicht mede na te streven,
wat door het college zelf is gesignaleerd en wat nu verbroken is door
een wat positieve voorlichting over die zaak. Die folder kent spreker niet;
hij wil aanraden om die folder te bekijken en als die iets minder een-
zijdig is dan de aankondiging doet vermoeden dan zou, omdat de kosten
toch niet zo hoog zijn, die folder naar alle inwoners kunnen gaan. Spreker
wil dat laten afhangen van het bekijken van de inhoud van de zijde van
het college voordat daartoe wordt overgegaan.
De voorzitter zegt dat het het college bepaald niet om de kosten ging,
maar om het standpunt dat zojuist door het college is uiteengezet.
De 'heer Van Tongeren merkt op dat zojuist het kort geding werd aan-
gehaald hetgeen misscuien tot gevolg heeft dat de fluoridering een half
jaar wordt uitgesteld. Spreker denkt dat een groot deel van de raad het
wel heel erg vindt dat men een half jaar langer geen fluor in het water
^rijg't. Waarom dan niet meteen op 1 februari aan al die arme kindertjes
fluortabletjes gegeven, wat trouwens zes jaar geleden ai gedaan had
kunnen worden; dan had men heel veel moeilijkheden opgelost. Als het
nu een half jaar langer duurt, dan is dat toch een oplossing?
De heer Jager wil even ingaan op de kwestie die door de heer Van den
Briel aan de orde is gesteld en waar de heer Willemse op heeft geant-
woord, namelijk het onderzoek naar het aantal mensen dat gebruik gaat
maken van de „altematieve voorzieningen". Spreker zou er tegen willen
waarschuwen te veel waarde te gaan hechten aan de resultaten van dat
onderzoek, althans een beslissing van eventueel stopzetten van die alter-
natieve voorzieningen niet alleen daar op te baseren, omdat spreker meent
dat door de minimale spreiding van het aantal tappunten in de gemeente,
een reëei aflezen van de behoefte die aan deze voorzieningen bestaat, niet
mogelijk is. Het is een kleine indicatie, maar daaraan moet niet te veel
waarde gehecht worden.
De heer Van den Briel wil de heer Jager er aan herinneren, dat zowel nu
als bij de behandeiing eind november door spreker duidelijk naar voren
is gebracht, dat al waren er ook maar enkele bezwaarden, de raad deze
toch in de gelegenheid moet stellen om dat niet-gefluorideerde water te
gebruiken, en hij heeft duidelijk gezegd dat dit niet is om op de kosten te
gaan beknibbeien, maar alleen om als overheid een idee te hebben hoeveel
mensen het zijn. Spreker geiooft dat het noodzakeiijk is voor het bestuur
van een gemeente om een idee te hebben hoeveel mensen daar nu eigenlijk
gebruik van maken, zonder ook maar te zeggen dat het te duur zou zijn,
zelfs voor die enkele mensen.