24 februari 1972
48
commissies vrijwel altijd g-emeenteraadsleden zijn, kunnen veelal ook an-
dere inwoners van de gemeente benoemd worden. Als u zou worden ge-
vraagd in zo'n raadscommissie zitting te nemen, zoudt u daartoe bereid
zijn als het werk van die commissie overeen zou komen met uw belang-
stelling of kennis van zaken
Daarop gaf 56 van de ondervraagden een bevestigend antwoord, 38
zei neen en 3 had geen oordeel. Dat alles gaf nu niet direct grote ver-
rassingen, maar de cijfers waren nu tenminste hard. De objectief gestelde
vragen waren in overleg met een groot marketing-bureau samengesteld,
en de uitwerking werd verzorgd door middel van een computer. 5 hearings
gaven de afgelopen 2 jaar nog meer informatie, meer inzicht in de wen-
sen van de mensen. Een duidelijke conclusie uit zowel de enquête als uit
de hoorzittingen is de bevestiging, dat de democratie niet werkt, ook niet
in Heemstede. De oorzaken zijn, zoals spreker reeds eerder heeft geschetst,
dat politieke partijen te weinig middelen en mankracht hebben om de
gewenste band met de bevolking te onderhouden. Uitgaande van de inte-
griteit van de V.V.D. en de P.C.G., hebben deze volgens hun program-
ma's wél de intentie, maar ontbreekt het hen aan mogelijkheden. D'66
heeft de drijfveer in zeer sterke mate, maar een kleine fractie voelt de
moeilijkheid van mankracht en middelen nog sterker. Burgemeester van
Rappard zei indertijd terecht, dat hier een belangrijke taak voor de poli-
tieke partijen ligt, en daar is spreker het helemaal mee eens, maar hij zag
daarbij wel over het hoofd dat het huidige raadslidmaatschap zo'n veel-
eisende taak is, dat de voorlichtende en aanhorende taak te veel op de
achtergrond raakt. En dan ontstaan die 89 niet-politiek geïnteresseer-
de burgers in een gemeente als Heemstede.
De beleidsstructuur van de democratie moet worden aangepast. De Prot.
Chr.-groep stelde dat terecht in haar verkiezingsfolder. D'66 ging iets ver-
der en voerde hierover een uitvoerige briefwisseling met het college in het
4e kwartaal van 1970. Een briefwisseling die heel moeilijk verliep. In de
laatste brief (8 november) vroeg D'66 op korte termijn om een discussie-
nota, waarbij gedacht werd aan februari of maart 1971. Het antwoord van
19 november 1970 was dat er meerdere publikaties over dit onderwerp
waren verschenen zodat het overbodig werd geacht over dit onderwerp een
nota uit te brengen. Vanuit het college was dus geen initiatief te ver-
wachten, hetgeen sprekers fractie nog altijd betreurt. Bij de algemene be-
schouwingen over de begroting 1971, begonnen alle fractievoorzitters te
spreken over de inspraak en werd de commissie ad hoc voor democrati-
sering ingesteld. Toen er na 7 maanden nog niet één vergadering was be-
legd, heeft sprekers fractie zelf een ontwerp-verordening ten aanzien van
de commissies ingediend. Op bijna alle punten van het rapport zal spre-
kers fractie uitvoerig ingaan. Spreker acht het van het grootste belang
dat de standpunten snel duidelijk worden. Wat het resultaat van de be-
spreking vanavond ook zal zijn, ook na deze avond moet de discussie wor-
den voortgezet.
Ook de heer Rücker heeft het genoegen gehad om deel uit te maken van
de commissie ad hoc en zoals zijn collega, de heer Van den Briel, reeds
opmerkte, was het een heel prettige ervaring om met collega's van afwij-
kende politieke inzichten, toch op zo sfeervolle en vriendschappelijke wijze
te kunnen discussiëren. Vanzelfsprekend lag dit ook in de rede opgesloten;
hoewel men het niet in alle opzichten eens was, zoals straks bij de punts-
gewijze behandeling wel zal blijken, was de sfeer goed en zelfs totaal niet
stekelig, beslist minder stekelig dan op dit ogenblik de heer van Tonge-
ren meent in deze openbare raadsvergadering te moeten debuteren. Maar
de heer van Tongeren was dan ook geen lid van de commissie ad hoc, dat
was de heer Jager. Spreker is het met de visie van de heer Van den Briel
eens wanneer deze stelt, dat men zich bij het toetsen van het begrip de-
mocratie moet richten op de situatie, zoals die zich in Heemstede pre-